Bevrijdende verweren
Einde inhoudsopgave
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/370:370 Hoe verhouden de voorwaarden van het arrest Regiopolitie/Hovax zich tot art. 24 lid 2 Wetsvoorstel Herziening bewijsrecht?
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/370
370 Hoe verhouden de voorwaarden van het arrest Regiopolitie/Hovax zich tot art. 24 lid 2 Wetsvoorstel Herziening bewijsrecht?
Documentgegevens:
H.W.B. thoe Schwartzenberg, datum 27-01-2023
- Datum
27-01-2023
- Auteur
H.W.B. thoe Schwartzenberg
- JCDI
JCDI:ADS691930:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Vgl. de schriftelijke reactie van de Minister van Justitie van 7 februari 2007 (TK 2006/07, 30 951) naar aanleiding van ‘Een nieuwe balans’ waarin hij aangeeft dat hij geen behoefte aanwezig acht aan wetgeving ter verruiming van de mogelijkheden van ambtshalve aanvulling van feitelijke gronden, maar wel overweegt de mogelijkheid voor de rechter om vragen ter zake te stellen aan partijen in wetgeving te verduidelijken. Dat is exact de formulering die uiteindelijk in art. 24 lid 2 Wetsvoorstel Herziening bewijsrecht terecht is gekomen.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Op grond van het arrest Regiopolitie/Hovax moet het voor de hand liggen dat een bepaalde rechtsgrond met partijen wordt besproken. Opvallend is dat een dergelijke voorwaarde niet is te lezen in de voorgestelde wettekst en/of toelichting van het wetsvoorstel. In de visie van de minister is de regel van art. 24 lid 2 Wetsvoorstel Herziening bewijsrecht een neerslag van geldend recht. Heeft het arrest Regiopolitie/Hovax naast art. 24 lid 2 Wetsvoorstel Herziening bewijsrecht nog betekenis? In hoeverre zullen de voorwaarden zoals verwoord in het arrest Regiopolitie/Hovax eveneens gelden onder de vigeur van art. 24 lid 2 Wetsvoorstel Herziening bewijsrecht of derogeert art. 24 lid 2 Wetsvoorstel Herziening bewijsrecht aan het arrest Regiopolitie/Hovax? Bij de grotere regierol van de rechter hoort dat de rechter partijen zal betrekken bij zijn besluitvorming over de civiele procedure, hetgeen impliceert dat hij op basis van zijn regierol bepaalde punten die in het verlengde van de rechtsstrijd liggen aan de orde kan stellen en daarmee verweren kan uitlokken.1 Verwacht wordt dat de voorwaarden die zijn af te leiden uit het arrest Regiopolitie/Hovax hun relevantie onder art. 24 lid 2 Wetsvoorstel Herziening bewijsrecht zullen behouden. De voorwaarden zullen onder de gelding van art. 24 lid 2 Wetsvoorstel Herziening bewijsrecht evenzeer van toepassing zijn; zij zijn een uitvloeisel van de geldende zienswijze. De rechtsopvatting krijgt een wettelijke basis en daarmee een opwaardering van de mogelijkheid andere grondslagen met partijen te bespreken. Nog steeds staat overeind dat de vraag wanneer het de rechter vrijstaat een kwestie ambtshalve aan de orde te stellen, niet in haar algemeenheid kan worden beantwoord.