Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/376
Energierecht. Overeenkomstenrecht. Terugvordering bedragen betaald aan netbeheerder o.g.v. aansluit- en transportovereenkomst; afnemer in zin Elektriciteitswet 1998; non-discriminatiebeginsel; art. 3:40 BW.
HR 24-03-2023, ECLI:NL:HR:2023:452
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 maart 2023
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons, K. Teuben
- Zaaknummer
21/03063
- Conclusie
A-G mr. B.J. Drijber
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Energierecht / Algemeen
Energierecht / Distributie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:452, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑03‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:587, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑06‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑07‑2021
- Wetingang
Essentie
Energierecht. Overeenkomstenrecht. Terugvordering bedragen betaald aan netbeheerder o.g.v. aansluit- en transportovereenkomst; afnemer in zin Elektriciteitswet 1998; non-discriminatiebeginsel; art. 3:40 BW.
Samenvatting
De bepalingen van de Elektriciteitswet 1998 en het in die wet verankerde non-discriminatiebeginsel verzetten zich niet ertegen dat een netbeheerder afspraken met betrekking tot de vergoeding voor aansluit- en transportdiensten maakt met een partij als eiseres tot cassatie die niet de eigenaar is van de onroerende zaak waar de aansluiting zich bevindt. Het oordeel van het hof dat de tussen partijen gesloten aansluit- en transportovereenkomst niet in strijd is met de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.