Sturen met proceskosten
Einde inhoudsopgave
Sturen met proceskosten (BPP nr. XII) 2011/8.7.4:8.7.4 Conclusie andere remedies versus kostenconsequenties
Sturen met proceskosten (BPP nr. XII) 2011/8.7.4
8.7.4 Conclusie andere remedies versus kostenconsequenties
Documentgegevens:
mr. P. Sluijter, datum 31-10-2011
- Datum
31-10-2011
- Auteur
mr. P. Sluijter
- JCDI
JCDI:ADS594388:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Kostenconsequenties en materiële consequenties hebben dus elk hun voor- en nadelen ten opzichte van elkaar. Materiële consequenties lijken vooral geschikt voor de gevallen waarin de rechter goed vooraf kan beoordelen of een voorgenomen gedraging verstorend zal zijn en die dus direct kan afkappen of buiten beschouwing kan laten. De duidelijke termijnen in de rolreglementen en de regels over de timing van nieuwe grieven in appel lijken daar goede voorbeelden van. In andere gevallen lijken kostenconsequenties geschikter, met name voor gedragingen waarvan pas achteraf kan worden bepaald of ze verstorend waren en bij gevallen waarin hoger beroep of een te grote aantasting van de kwaliteit van uitkomsten en procedure dreigt.
Bij de korte bespreking van de andere alternatieve remedies kwamen vooral de informele prikkels als serieuze concurrent' van kostenconsequenties naar boven, maar alleen voor de lichtste verstorende gedragingen. Informele prikkels zijn dan proportioneler, waardoor zowel tijd en kosten kunnen worden bespaard als dat de procedurele kwaliteit wordt gediend.
De nuloptie van geen kostenprikkels' moet worden verworpen, want niet al het verstorend procesgedrag kan door andere remedies worden afgedekt op een wijze die beter scoort op de tijd, kosten en kwaliteit van uitkomsten en procedure. Alternatieve remedies zijn voor een deel van de gevallen wel geschikter, maar voor veel verstorende gedragingen lijken kostenconsequenties toch de beste optie. Een beperking van deze conclusie is dat de andere remedies niet zo intensief zijn onderzocht als de kostenconsequenties in dit onderzoek. Mede daardoor kan niet goed worden voorspeld welke remedie per categorie verstorend procesgedrag het beste scoort op de criteria van het toetsingskader.