Einde inhoudsopgave
Sturen met proceskosten (BPP nr. XII) 2011/8.7.2
8.7.2 Effecten van materiële consequenties
mr. P. Sluijter, datum 31-10-2011
- Datum
31-10-2011
- Auteur
mr. P. Sluijter
- JCDI
JCDI:ADS601333:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
De regel dat in hoger beroep na de eerste conclusieronde in beginsel geen nieuwe grieven worden toegelaten. Zie Asser Procesrecht/Bakels, Hammerstein & Wesseling-van Gent 4 2009, nrs. 104-116, met nadere verwijzingen; zie ook Van der Wiel 2004, p. 180-182. Zie ook hoofdstuk 3.
Het aantal gevallen waarin de rechter een consequentie moet opleggen en partijen dus vooraf zeker weten dat een bepaalde gedraging tot eigen nadeel leidt, is beperkt. Gebreken in exploten leiden bijvoorbeeld alleen tot nietigheid als de wederpartij onredelijk is benadeeld (art. 66 lid 1 en 122 lid 1 Rv) en ook de in beginsel strakke regel kent uitzonderingen. Ook overschrijding van de termijnen in rolreglementen leidt niet altijd tot materiële consequenties.
Van der Wiel 2004, p. 318-326.
Van der Wiel 2004, p. 333; zie Ten Haaft 2007 voor een nuttige bespreking van categorieën en jurisprudentie.
Het hoger beroep biedt immers een herkansingsfunctie, waarin de appellerende partij mag verbeteren en aanvullen wat hij in eerste aanleg heeft nagelaten. Aldus formuleert het hof dit in Hof Amsterdam 30 november 2010, LJN BO7193, welke zaak een goede illustratie biedt. Een vertragende verzekeraar krijgt zowel in eerste aanleg als in appel een materiële consequentie opgelegd wegens het frustreren van het deskundigenonderzoek en verliest daardoor (?) de zaak. Echter zal bij materiële consequenties niet altijd duidelijk zijn hoe de zaak zou zijn gelopen zonder die consequenties. Tillema 2011, p. 346, noemt het nadeel ook, evenals enkele van de geïnterviewde rechters uit hoofdstuk 5.
Zie ook Tillema 2011, p. 346.
Zie bijvoorbeeld Asser/Vranken 1995 (Algemeen deel **), nrs. 7-8 en 43, die de uitkomst van het Varkenspest-arrest (HR 24 februari 1984, NJ 1984, 415) onbevredigend noemt. Vgl. De Bock 2011. Anders: o.a. Van Schaick 2009, p. 28-29.
Tenzij er een soort verlofstelsel wordt ingericht waarbij een poortwachter-rechter vooraf de kansrijke zaken scheidt van de kansloze, maar die optie is in eerste aanleg niet bepaald realistisch.
Dit voordeel geldt dus niet als de rechter over een open norm als de goede procesorde' of een open geformuleerde consequentie als de geraden gevolgtrekking' moet beslissen.
Het voordeel van materiële consequenties zit in de directe impact en de sterke deterrence die daar van uit kan gaan. Bij duidelijke regels als de in beginsel strakke regel' 1 en bij termijnen in rolreglementen is er bovendien ook het voordeel van voorspelbaarheid en lagere besliskosten voor de rechter.2 Een geweigerd stuk of een zitting die doorgang vindt zonder de afwezige partij zorgt ervoor dat de procedure niet wordt vertraagd en dat de verstorende partij direct de consequenties draagt. Er hoeft dan ook geen tijd te worden besteed aan de omvang van de schade, want die schade is reeds vooraf voorkomen.
Van der Wiel noemt nietigheid, niet-ontvankelijkheid, verval van recht en enkele onbenoemde gevallen' (zoals bij strijd met de goede procesorde) waarin aan een proceshandeling het rechtsgevolg wordt onthouden.3 Ook in het kader van de
geraden gevolgtrekking' kan de rechter beslissingen nemen die een nadelige invloed op de uitkomst (kunnen) hebben voor de verstorende partij.4 Wanneer de wet, rolreglementen of jurisprudentie aan een bepaalde procesgedraging een dergelijke (mogelijke) consequentie koppelen, dan weten partijen vooraf dat zij het risico nemen dat aan hen een consequentie wordt opgelegd die de winstkansen van de procedure vermindert. Door deze dreiging zullen partijen er veelal voor kiezen om bepaalde verstorende gedragingen niet te vertonen, hetgeen de nodeloze tijd en kosten beperkt.
Materiële consequenties hebben echter ook nadelen. Zo kunnen ze de getroffen partij in appel jagen, hetgeen de kosten verhoogt voor beide partijen en de samenleving.5 Als de partij die verstorend gedrag heeft vertoond wint in appel, moet de appelrechter alsnog over kostenconsequenties beslissen ten aanzien van de nodeloosheid van het hoger beroep (of van de eerste aanleg, dat ligt eraan hoe je het bekijkt).6 Ook het feit dat de uitkomst wordt beïnvloed kan als een nadeel worden gezien op het vlak van de kwaliteit van uitkomsten. Over het algemeen hecht men in de literatuur enige waarde aan het streven om het recht zoveel mogelijk toe te passen op de materiële werkelijkheid en niet slechts op de processuele werkelijkheid.7 Het risico dat de tijdens het proces vastgestelde feiten niet stroken met de materiële werkelijkheid wordt groter wanneer de procedure veel valkuilen met materiële consequenties kent, die als gevolg hebben dat relevante stukken of mondelinge toelichtingen niet door de rechter kunnen worden meegenomen in de beoordeling. Ten slotte kunnen met materiële consequenties vooraf niet alle verstorende gedragingen worden voorkomen. Bij kansloze processen, stellingen en verweren en bij overdreven hoge vorderingen zijn ze vooraf feitelijk niet mogelijk.8 Op het moment dat een rechter het nemen van een extra akte of conclusie toestaat, kan die meestal niet voorafvoorspellen ofde inhoud een zinnige bijdrage zal leveren aan de uitkomst of dat die een brij aan vage stellingen en herhalingen bevat. Het vooraf uitsluiten van nieuwe stukken is dan niet alleen riskant, maar beperkt ook de voice voor partijen: controle over de beslissing en over het proces.
Kortom: materiële consequenties scoren door de directe impact en preventieve werking goed op deterrence, waardoor nodeloze tijd en kosten worden bespaard. Bij de duidelijkere regels blijven bovendien de besliskosten laag.9 Dit positieve effect kan in een deel van de zaken echter teniet worden gedaan door de herkansingsmogelijkheid in hoger beroep. Ook zijn materiële consequenties niet altijd preventief mogelijk en kunnen zij de kwaliteit van uitkomsten en aspecten van procedurele kwaliteit negatief beïnvloeden.