Einde inhoudsopgave
Artikel 6 EVRM en de civiele procedure (BPP nr. 10) 2008/2.4
2.4 Interne en externe toegankelijkheid
Mr. P. Smits, datum 06-03-2008
- Datum
06-03-2008
- Auteur
Mr. P. Smits
- JCDI
JCDI:ADS306144:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
ECRM 8 oktober 1976, X, Yen Z/Zwitserland, 6916175, DR 6, p. 107 e.v., onder verwijzing naar oudere uitspraken. Zie ook ECRM 10 juli 1980, 8158178, DR 21, p. 95 (m.n. 101); ECRM 10 juli 1986, Winer/GB, 10871/84, DR 48, p. 154 en ECRM 14 juli 1987, Munro/GB, 10594/83, DR 52, p. 158.
EHRM 28 mei 1985, Ashingdane, serie A, vol 93, § 57, onder verwijzing naar het Golder-arrest en het Klass-arrest.
Ik ontleen de termen interne en externe toegankelijkheid aan Snijders, Ynzonides en Meijer (2002), nr. 38 en 53.
EHRM 9 oktober 1979, Airey, serie A, vol 32, § 26.
EHRM 28 mei 1985, Ashingdane, serie A, vol 93, § 57; EHRM 8 juli 1986, Lithgow, serie A, vol 102, 194; EHRM 27 augustus 1991, Philis, serie A, vol 209, § 59 en EHRM 21 september 1994, Fayed, serie A, vol 294-B, § 65. Zie voorts (recenter) onder meer EHRM 30 januari 2003, Cordova, nr. 40877/98, § 54 en EHRM 12 januari 2006, Mizzi, NJ 2006, 487 (S.F.M. Wortmann). In deze laatste uitspraak benadrukt het Europees Hof - onder verwijzing naar eerdere van haar uitspraken 'that, in order for the right of access to be effective, an individual must have a clear and practical opportunity to challenge an act interfering with his rights' (§ 80).
Is de toegang tot de (burgerlijke) rechter gewaarborgd, dan is het in beginsel aan de lidstaten overgelaten daar naar eigen inzicht invulling aan te geven.
De Europese Commissie overweegt dat art. 6 EVRM 'does not prevent the contracting parties from regulating the manner in which the public shall have access to ensure the proper administration of justice'.1 Het Europees Hof spreekt van een 'margin of appreciation'.
'Certainly, the right of access to the courts is not absolute but may be subject to limitations; these are permitted by implication since the right of access "by its very nature calls for regulation by the State, regulation which may vary in time and in place according to the needs and resources of the community and of the individuals" ... In laying down such regulation, the Contracting States enjoy a certain margin of appreciation. Whilst the final decision as to observance of the Convention's requirements rests with the Court, it is no part of the Court's function to substitute for the assessment of the national authorities any other assessment of what might be the best policy in this field.'2
In de regeling van het recht op toegang tot een rechter kennen de Straatsburger organen aan de lidstaten dus een zekere beoordelingsvrijheid toe.
Deze vrijheid heeft zowel betrekking op wat genoemd zou kunnen worden het interne als het externe recht op toegang: hoe 'toegankelijk' is het (burgerlijk) procesrecht ingericht, c.q. in hoeverre is de toegang tot de (burgerlijke) rechter feitelijk (m.n. financieel) gewaarborgd.3
Zeer duidelijk komt dit tot uitdrukking in het Airey-arrest, waarin het Europees Hof oordeelde dat de Ierse overheid verzuimd had om voldoende mogelijkheden te creëren opdat de betreffende rechtzoekende zonder onoverkomelijke hindernissen een echtscheidingsprocedure zou kunnen voeren. Daarbij had het Hof niet slechts het oog op de instelling van een wettelijke rechtsbijstandsregeling als middel om te komen tot een 'effective right of access to the court', maar ook onder andere op de al dan niet eenvoudige inrichting van de procedure:
'In addition, whilst Article 6 §1 guarantees to litigants an effective right of access to the courts for the determination of their "civil rights and obligations", it leaves to the State a free choice of the means to be used towards this end. The institution of a legal aid scheme constitutes one of those means but there are others such as, for example, a simplification of procedure.'4
Van de zijde van het Comité van Ministers van de Raad van Europa zijn aanbevelingen gedaan die zowel het oog hebben op het interne als het externe recht op toegang. Gedoeld wordt met name op aanbeveling R(81)7 betreffende 'measures facilitating access to justice', welke aanbeveling elementen van beide aspecten van toegankelijkheid in zich draagt. Aanbevelingen die vooral het oog hebben op de externe toegankelijkheid zijn Resolutie (76)5 betreffende de rechtsbijstand aan vreemdelingen in burgerlijke, handels- en administratieve zaken, Resolutie (78)8 betreffende rechtsbijstand en advies in het algemeen en in mindere mate Recommendation (81)2 betreffende de legal protection of the collective interests of consumers by consumer agencies'. Daarnaast valt nog te wijzen op Recommendation 1121 (1990) van de parlementaire vergadering van de Raad van Europa aangaande de rechten van kinderen. Achter in dit boek zijn de belangrijkste aanbevelingen en resoluties in extenso opgenomen.
Wordt de vrijheid van de lidstaten door deze Raads-richtlijnen (die hieronder, voor zover van belang, ter sprake zullen worden gebracht) enigszins gestuurd, grenzen daaraan worden ook aangebracht door de Europese rechtspraak.
Bij de regeling van het recht op toegang (waarbij het belang uiteraard ligt in de beperkingen die daarin zijn aangebracht door de lidstaten) toetst het Hof of dit recht niet daardoor in zijn kern wordt aangetast, of het beoogde doel van de beperking gerechtvaardigd is en of er een proportionele band bestaat tussen het doel en de daarvoor gebezigde middelen:
'Nonetheless, the limitations applied must not restrict or reduce the access lelt to the individual in such a way or to such an extent that the very essence of the right is impaired Furthermore, a limitation will not be compatible with Aaide 6 § 1 if it does not pursue a legitimate aim and there is not a reasonable relationship of proportionality between the means employed and the aim sought to be achieved.'5
In het hierna volgende zal bezien worden hoe in het Nederlands burgerlijk procesrecht gestalte wordt gegeven aan het recht op toegang tot de rechter. Daarbij komt eerst de interne toegankelijkheid ter sprake en daarna de externe.