NJ 2006, 487
Wettelijk vermoeden van vaderschap en de onmogelijkheid het vaderschap te ontkennen. Schending art. 6, 8 en 14.
EHRM 12-01-2006, ECLI:NL:XX:2006:AV6055, m.nt. S.F.M. Wortmann
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
12 januari 2006
- Magistraten
C. Rozakis, L. Loucaides, F. Tulkens, N. Vajić, D. Spielmann, S.E. Jebens, J. Filletti
- Zaaknummer
26111/02
- Noot
S.F.M. Wortmann
- LJN
AV6055
- JCDI
JCDI:ADS146770:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Discriminatieverbod
Europees belastingrecht / Discriminatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2006:AV6055, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 12‑01‑2006
- Wetingang
Essentie
Wettelijk vermoeden van vaderschap en de onmogelijkheid daartegen bezwaar te maken. Schending art. 6, 8 en 14.
Samenvatting
Als gevolg van de Maltese wetgeving was het voor klager niet mogelijk om zijn vaderschap te ontkennen ten aanzien van een tijdens huwelijk geboren kind. Daarmee is inbreuk gemaakt op zijn recht op effectieve toegang tot de rechter als bedoeld in artikel 6 EVRM (acces to court). Hoewel er naar Maltees recht een recht bestaat voor de vader om het door huwelijk ontstane vaderschap te ontkennen, zijn de mogelijkheden daartoe beperkt. De wettelijke belemmeringen de kwestie aan de rechter ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.