Bevrijdende verweren
Einde inhoudsopgave
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/17:17 Bevrijdend verweer op grond van partijafspraken
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/17
17 Bevrijdend verweer op grond van partijafspraken
Documentgegevens:
H.W.B. thoe Schwartzenberg, datum 27-01-2023
- Datum
27-01-2023
- Auteur
H.W.B. thoe Schwartzenberg
- JCDI
JCDI:ADS691576:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
HR 17 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:459, RvdW 2017/372 (lekkende kelder). Vast stond dat de constructeur de wapening niet had gecontroleerd. De tekortkoming van de aannemer is daarmee komen vast te staan. De tekortkoming kan de aannemer niet worden toegerekend indien de stelling van de aannemer juist is dat hij op grond van de telefonische mededeling van de projectmanager of architect mocht aannemen dat de tekeningen voor de kelder waren goedgekeurd.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Ook overeenkomsten tussen partijen kunnen bevrijdende verweren bevatten.
Voorbeelden
“Op grond van de aannemingsovereenkomst mocht de aannemer de kelderwanden pas aanbrengen nadat de wapening door de constructeur was goedgekeurd. De stelling van de aannemer dat hem was medegedeeld dat de goedkeuring was verleend, levert aldus een bevrijdend verweer op, waarvan de bewijslast op de aannemer rust.”1
In beginsel mag een partij degene met wie deze partij tot zaken is gekomen als wederpartij beschouwen, tenzij duidelijk is dat de wederpartij niet zichzelf maar een ander heeft willen binden. Deze regel brengt mee dat degene die stelt dat hijzelf namens een ander heeft gehandeld, in geval van twijfel van die stelling de bewijslast draagt als de wederpartij die stelling betwist (art. 3:67 lid 1 en 2 BW).