Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/205
Criminele organisatie heeft uit oplichting van banken verkregen geldbedragen witgewassen door deze weg te sluizen naar verschillende rekeningen in binnen- en buitenland, geldbedragen contant op te nemen, daarvan goudstaven te kopen en door achteraf valselijk papieren op te maken. Kunnen de bewezenverklaringen van medeplegen van witwassen en een poging daartoe niet uit de bewijsmiddelen worden afgeleid omdat van oplichting als gronddelict geen sprake is? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 21-01-2020, ECLI:NL:HR:2020:82
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 januari 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
18/04618
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:82, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑01‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1407, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑11‑2019
Essentie
Criminele organisatie heeft uit oplichting van banken verkregen geldbedragen witgewassen door deze weg te sluizen naar verschillende rekeningen in binnen- en buitenland, geldbedragen contant op te nemen, daarvan goudstaven te kopen en door achteraf valselijk papieren op te maken. Kunnen de bewezenverklaringen van medeplegen van witwassen en een poging daartoe niet uit de bewijsmiddelen worden afgeleid omdat van oplichting als gronddelict geen sprake is? HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/04618
Datum 21 januari 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.