RvdW 2020/206:Criminele organisatie heeft uit oplichting van banken verkregen geldbedragen witgewassen door deze weg te sluizen naar verschillende rekeningen in binnen- en buitenland, geldbedragen contant op te nemen, daarvan goudstaven te kopen en door achteraf valselijk papieren op te maken. Aanwezigheidsrecht. Had hof, ondanks mededeling van raadsvrouw dat zij uitdrukkelijk gemachtigd was verdachte te verdedigen, gelet op haar toelichting dat verdachte dusdanig in de war was dat hij op dat moment niet voor rede vatbaar was, moeten nagaan of verdachte wel ondubbelzinnig afstand had gedaan van zijn aanwezigheidsrecht, terwijl nadrukkelijk geen aanhoudingsverzoek is gedaan? HR: art. 81 lid 1 RO.