Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/174
Verbintenissenrecht. Procesrecht. Uitleg overeenkomst; betalingsverplichting aansluitbijdrage; onduidelijkheid overeenkomst voor rekening opsteller. Devolutieve werking hoger beroep.
HR 31-01-2020, ECLI:NL:HR:2020:144
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
31 januari 2020
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
18/04201
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Energierecht / Energieopwekking
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:144, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 31‑01‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1066, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑10‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑10‑2018
- Wetingang
Art. 6:162, 6:212 lid 1 BW
Essentie
Verbintenissenrecht. Procesrecht. Uitleg overeenkomst; betalingsverplichting aansluitbijdrage; onduidelijkheid overeenkomst voor rekening opsteller. Devolutieve werking hoger beroep.
Samenvatting
Op grond van de devolutieve werking van het hoger beroep moeten, indien een of meer grieven slagen, alle stellingen die partijen in eerste aanleg hebben ingenomen in hoger beroep alsnog worden behandeld voor zover zij niet zijn prijsgegeven. Klacht dat het hof de devolutieve werking heeft miskend omdat in eerste aanleg gedaan (voorwaardelijk) beroep op ongerechtvaardigde verrijking en onrechtmatige daad niet is behandeld, is gegrond maar kan niet tot cassatie leiden. Het hof waarnaar de zaak verwezen zou worden is gebonden aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.