Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 746
Appeldagvaarding nietig: ten onrechte onderzoek geschorst.
HR 02-06-2009, ECLI:NL:HR:2009:BH9919
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 juni 2009
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink
- Zaaknummer
07/10789
- Conclusie
A-G Knigge
- LJN
BH9919
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BH9919, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑06‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BH9919, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑03‑2009
- Wetingang
Essentie
Nu het Hof kennelijk als vaststaand heeft aangenomen dat de verdachte ten tijde van de uitreiking van de appeldagvaarding geen GBA-adres had, maar dat wel een feitelijke woon- of verblijfplaats van hem bekend was, had het Hof op grond van HR NJ 2002, 317 de appeldagvaarding nietig moeten verklaren in plaats van het onderzoek te schorsen. A-G: anders.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden van 25 juli 2006, nummer 24/000458-05, in de strafzaak tegen E.H.B. Adv. mr. G.P. Hamer en mr. B.P. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.