Einde inhoudsopgave
Voorschrift Vreemdelingen 2000
Artikel 6.5
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2019
- Bronpublicatie:
25-09-2019, Stcrt. 2019, 53386 (uitgifte: 30-09-2019, regelingnummer: 2707238)
- Inwerkingtreding
01-10-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-09-2019, Stcrt. 2019, 53386 (uitgifte: 30-09-2019, regelingnummer: 2707238)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Grensbewaking
Vreemdelingenrecht / Verblijf
Vreemdelingenrecht (V)
1.
Het inreisverbod, bedoeld in artikel 66a van de Wet, wordt uitgevaardigd, gewijzigd of opgeheven door de daartoe bevoegde ambtenaar van de Immigratie- en Naturalisatiedienst, de daartoe bevoegde ambtenaar van de Dienst Terugkeer en Vertrek of de ambtenaar, bedoeld in artikel 47, eerste lid, onder a en b, van de Wet, die tevens hulpofficier van justitie is, of door de ambtenaar met ter zake voldoende kennis en kunde van politie of van de Koninklijke marechaussee die daartoe is aangewezen door de korpschef, respectievelijk de Commandant der Koninklijke marechaussee.
2.
Het inreisverbod wordt uitgevaardigd, gewijzigd of opgeheven door de ambtenaar van de Immigratie- en Naturalisatiedienst die daartoe bevoegd is, indien daaraan de rechtgevolgen, bedoeld in artikel 66a, zevende lid, van de Wet, zijn verbonden.
3.
Indien het inreisverbod wordt uitgevaardigd, wordt in een taal die de vreemdeling begrijpt of redelijkerwijze geacht mag worden te begrijpen mondeling of schriftelijk op de inhoud en de rechtsgevolgen daarvan gewezen, en wordt de vreemdeling gewezen op de mogelijkheid daartegen rechtsmiddelen aan te wenden.