Einde inhoudsopgave
Verordening (Euratom) Nr. 302/2005 betreffende de toepassing van de veiligheidscontrole van Euratom
Artikel 6 Bijzondere controlebepalingen
Geldend
Geldend vanaf 20-03-2005
- Bronpublicatie:
08-02-2005, PbEU 2005, L 54 (uitgifte: 28-02-2005, regelingnummer: 302/2005)
- Inwerkingtreding
20-03-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-02-2005, PbEU 2005, L 54 (uitgifte: 28-02-2005, regelingnummer: 302/2005)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Milieurecht / Algemeen
Energierecht (V)
1.
Aan de hand van de fundamentele technische kenmerken die overeenkomstig artikel 3, lid 1, en artikel 4 worden meegedeeld, stelt de Commissie bijzondere controlebepalingen vast met betrekking tot de in lid 2 van dit artikel genoemde aangelegenheden. De bijzondere controlebepalingen worden opgesteld bij een beschikking van de Commissie, gericht tot de betrokken persoon of onderneming, rekening houdend met operationele en technische beperkingen en in nauw overleg met de betrokken persoon of onderneming en de desbetreffende lidstaat.
De persoon of onderneming tot wie of welke de beschikking van de Commissie is gericht, wordt daarvan in kennis gesteld. Een afschrift van deze kennisgeving wordt de betrokken lidstaat toegezonden.
Totdat de beschikking van de Commissie betreffende de bijzondere controlebepalingen wordt gegeven, past de betrokken persoon of onderneming de algemene bepalingen van deze verordening toe.
2.
De bijzondere controlebepalingen omvatten onder meer het volgende:
- a)
de materiaalbalansgebieden en de keuze van de hoofdmeetpunten voor de bepaling van de circulatie en de inventaris van kerntechnisch materiaal;
- b)
de veranderingen in de fundamentele technische kenmerken waarvoor voorafgaande kennisgeving is vereist;
- c)
de procedures voor het bijhouden van de boekhouding van het kerntechnische materiaal voor elk materiaalbalansgebied en voor het opstellen van de rapporten;
- d)
de frequentie van en de procedures voor de opstelling van de feitelijke inventaris voor boekhoudkundige doeleinden in verband met de veiligheidscontrole;
- e)
de maatregelen voor insluiting en toezicht, overeenkomstig de met de betrokken persoon of onderneming overeengekomen regelingen;
- f)
de bemonstering door de betrokken persoon of onderneming, uitsluitend voor veiligheidscontroledoeleinden.
3.
In de bijzondere controlebepalingen kan ook de inhoud worden vastgesteld van de krachtens artikel 5 vereiste latere mededelingen, alsmede de voorwaarden waaronder verzending en ontvangst van kerntechnisch materiaal een voorafgaande kennisgeving vereisen.
4.
De Commissie vergoedt de betrokken persoon of onderneming de kosten voor de buitengewone diensten die de bijzondere controlebepalingen voorschrijven of die voortvloeien uit een speciaal verzoek van de Commissie of haar inspecteurs, op basis van een overeengekomen kostenraming. Het bedrag en de betalingswijze worden gezamenlijk door de betrokken partijen vastgesteld en worden regelmatig herzien.