Einde inhoudsopgave
Cessie (O&R nr. 70) 2012/I.5.4
I.5.4 Toestand van de markt
M.H.E. Rongen, datum 01-10-2011
- Datum
01-10-2011
- Auteur
M.H.E. Rongen
- JCDI
JCDI:ADS356374:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Algemeen
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Voetnoten
Voetnoten
Zie DNB 2009, p. 21 e.v.
Zie voor een overzicht van de Europese securitisationmarkten: ECB 2011, p. 9 e.v.
Zie Rood 2010, p. 12.
Zie ECB 2011, p. 24-25 en p. 26 en Wray 2010, p. 33.
Vgl. DNBulletin, ‘Nederlandse securitisaties weer in trek bij beleggers’, 18 maart 2011; ‘Gestructureerde lening terug’, Het Financieele Dagblad 1 november 2010 en ‘Nederland leidend in securitisaties’, Het Financieele Dagblad 23 april 2010.
Vgl. Wray 2010, p. 34-35 en Global Joint Initiative 2008, p. 35.
Zie nrs. 21 en 22.
Zie ECB 2011, p. 26-27.
Ook voor een belegging in ABS door verzekeraars gelden op grond van de Solvency II Richtlijn hogere kapitaalsvereisten. Zie de artikelen 104 en 105 van Richtlijn 2009/138/EG, Pb.EU L 335/1 e.v.
24. De huidige toestand van de securitisationmarkt. Zoals hiervoor vermeld, zijn wereldwijd de securitisationmarkten tijdens de kredietcrisis stil komen te liggen, ook in Nederland. De risicopremies voor nieuw uit te geven gestructureerde effecten waren zo hoog opgelopen dat securitisations niet meer economisch rendabel waren. Wel hebben verschillende financiële instellingen, waaronder ook Nederlandse, leningportefeuilles geëffectiseerd en de daaruit voortgekomen ABS zelf gekocht om ze te kunnen belenen bij de ECB.1 Inmiddels vertonen de Europese securitisationmarkten tekenen van enig herstel.2 Sinds het dieptepunt van de crisis in het voorjaar van 2009 zijn de spreads op Nederlandse hypotheekobligaties weer gaan dalen en is securitisation voor Nederlandse hypotheekverstrekkers weer een te overwegen alternatief voor financiering door middel van spaargeld, covered bonds of ongesecureerde leningen.3 Vanaf december 2009 worden er door Nederlandse financiële instellingen dan ook weer transacties gedaan waarbij de ABS kunnen worden geplaatst bij beleggers.
Investeerders tonen vooralsnog vooral interesse voor de eenvoudiger (‘plain vanilla’) en meer transparante en robuustere transactiestructuren met kwalitatief zeer goede activa die afkomstig zijn van kredietverstrekkers met een goede naam en die worden beheerd door een servicer van een hoge kwaliteit.4 Nederlandse hypotheekobligaties hebben in dit opzicht een goede reputatie mede vanwege de (vooralsnog) solide Nederlandse hypotheekmarkt met weinig wanbetalingen en vormen op dit moment zelfs een van de grootste markten in Europa.5 Wat betreft de meer complexe transacties, zoals bepaalde hersecuritisations (de zogeheten ABS CDO’s waarop tijdens de crisis grote verliezen geleden zijn), is het zeer de vraag of daarvoor in de toekomst nog wel een markt zal bestaan.
Daarnaast zal het een uitdaging zijn om een deels nieuwe investeerdersgroep voor ABS te vinden. Een deel van de oude ‘investor base’, dat voor de crisis mede verantwoordelijk was voor de onstuimige groei van de securitisationmarkten, heeft zich namelijk teruggetrokken of is weggevallen (o.a. SIV’s, ABCP conduits, ABS CDO’s, hedge funds).6 Bovendien zullen de hiervoor in het kort besproken wijzigingen van de Capital Requirements Directive7 van invloed zijn op het aanbod van en de vraag naar gestructureerde effecten.8 Zo zal voor banken een investering in ABS minder aantrekkelijk worden vanwege de hogere kapitaaleisen die daarvoor gaan gelden (zie hiervoor). Hetzelfde geldt waarschijnlijk voor verzekeraars.9 Daarbij komt dat veel banken nog steeds in een proces van ‘deleveraging’ zitten en zich daarnaast door het trage herstel van de securitisationmarkten geconfronteerd zien met het probleem dat het lastig is om kredieten af te stoten. Daardoor is er bij de banken minder ruimte om te investeren in ABS. De vraagzijde van de markt zal vooralsnog dan ook hoofdzakelijk moeten worden gezocht bij de institutionele beleggers, zoals pensioenfondsen.