Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/844
Onvoldoende bewijs opzettelijk voordeel trekken uit bijstandsfraude.
HR 10-06-2014, ECLI:NL:HR:2014:1362
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 juni 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, Y. Buruma
- Zaaknummer
13/00010
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1362, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑06‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:511, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑04‑2014
Essentie
Onvoldoende bewijs opzettelijk voordeel trekken uit bijstandsfraude.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden van 10 augustus 2012, nummer 24/000327-12, in de strafzaak tegen: [Verdachte]. Adv. mr. P. Scholte, te Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. P.C. Vegter:
1.
Na verwijzing van de zaak door de Hoge Raad bij arrest van 8 november 20112. heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 10 augustus 2012 de verdachte ter zake van ‘opzettelijk uit de opbrengst van enig door misdrijf verkregen goed voordeel trekken’ veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 90 uren, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.