Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/820
Art. 81 lid 1 RO. Faillissementsrecht. Procesrecht. Bestaan vorderingsrecht summierlijk gebleken? Faillissementsuitspraak in afwezigheid schuldenaar; fair trial? Schending art. 21 Rv? Behandeling faillissementsaanvraag geschorst vanwege gelijktijdig verzoek toelating tot schuldsaneringsregeling? Art. 3a lid 1 en 2 Fw.
HR 13-06-2014, ECLI:NL:HR:2014:1386
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 juni 2014
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion
- Zaaknummer
13/05500
- Conclusie
A-G mr. J. Wuisman
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1386, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑06‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:300, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑04‑2014
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Faillissementsrecht. Procesrecht. Bestaan vorderingsrecht summierlijk gebleken? Faillissementsuitspraak in afwezigheid schuldenaar; fair trial? Schending art. 21 Rv? Behandeling faillissementsaanvraag geschorst vanwege gelijktijdig verzoek toelating tot schuldsaneringsregeling? Art. 3a lid 1 en 2 Fw.
Partij(en)
[Verzoeker], verzoeker tot cassatie, adv.: mr. P.S. Kamminga,
tegen
[Verweerster], verweerster in cassatie, adv.: mr. R.F. Thunnissen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. J. Wuisman:
1. Feiten en procesverloop
1.1
In cassatie kan van de volgende feiten worden uitgegaan(1.):
- (i)
In 2012 en ook in januari 2013 was verweerster in cassatie (hierna: [verweerster]) in loondienst bij eiser tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.