Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/829
OM ontvankelijk in ontnemingsvordering: geen schending vertrouwensbeginsel.
HR 03-06-2014, ECLI:NL:HR:2014:1306
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 juni 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, N. Jörg, V. van den Brink,
- Zaaknummer
13/00991
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1306, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑06‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:479, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑04‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑01‑2014
- Wetingang
Art. 36e Sr; art. 311 lid 1 en 511b Sv
Essentie
Profijtontneming. De mededeling van de A-G ter zitting in hoger beroep bij de behandeling van de strafzaak, dat geen ontnemingsvordering zou worden ingediend, leidt niet tot niet-ontvankelijkheid van het OM in de alsnog ingediende vordering wegens schending van het vertrouwensbeginsel, nu in een — aan de verdachte verstrekt — proces-verbaal melding was gemaakt van ruim € 1.500.000 aan wederrechtelijk verkregen voordeel, de OvJ bij de behandeling van de strafzaak de ontnemingsvordering had aangekondigd en de A-G vrijwel onmiddellijk na zijn onjuiste uitlating een rectificatie heeft gestuurd aan de raadsman.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.