Einde inhoudsopgave
Kaderbesluit 2005/214/JBZ inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op geldelijke sancties
Artikel 4 Toezending van beslissingen en inschakeling van de centrale autoriteit
Geldend
Geldend vanaf 16-01-2024
- Bronpublicatie:
13-12-2023, PbEU L 2023, 2023/2843 (uitgifte: 27-12-2023, regelingnummer: 2023/2843)
- Inwerkingtreding
16-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2023, PbEU L 2023, 2023/2843 (uitgifte: 27-12-2023, regelingnummer: 2023/2843)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Een beslissing, vergezeld van het in dit artikel bedoelde certificaat, kan worden toegezonden aan de bevoegde autoriteit van een lidstaat waar de natuurlijke persoon of rechtspersoon tegen wie de beslissing is gegeven, eigendom heeft of inkomsten geniet, gewoonlijk verblijf houdt of, in geval van een rechtspersoon, zijn statutaire zetel heeft.
2.
Het certificaat, waarvan het model in de bijlage staat, wordt ondertekend door de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat, die verklaart dat de inhoud juist is.
3.
De bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat zendt de beslissing of een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift daarvan, vergezeld van het certificaat, rechtstreeks toe aan de bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat. Aan de tenuitvoerleggingsstaat worden op zijn verzoek het origineel van de beslissing of een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift daarvan en het origineel van het certificaat toegezonden De originelen of voor eensluidend gewaarmerkte afschriften kunnen elektronisch worden verzonden overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EU) 2023/2844 van het Europees Parlement en de Raad (1). Alle andere officiële communicatie verloopt eveneens rechtstreeks tussen de bovengenoemde bevoegde autoriteiten.
4.
De beslissingsstaat zendt een beslissing slechts aan één tenuitvoerleggingsstaat per keer toe.
5.
Indien de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat onbekend is met de bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat, wint zij, onder meer langs de contactpunten van het Europees justitieel netwerk (2), de nodige inlichtingen in bij de tenuitvoerleggingsstaat.
6.
Wanneer de autoriteit van de tenuitvoerleggingsstaat die een beslissing ontvangt niet bevoegd is om deze beslissing te erkennen en de voor de tenuitvoerlegging vereiste maatregelen te nemen, zendt zij de beslissing ambtshalve aan de bevoegde autoriteit toe en stelt zij de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat hiervan in kennis.
7.
Het Verenigd Koninkrijk en Ierland kunnen een verklaring afleggen dat de beslissing, vergezeld van het certificaat, moet worden toegezonden door tussenkomst van hun in die verklaring genoemde centrale autoriteit of autoriteiten. Deze lidstaten kunnen te allen tijde het toepassingsgebied van die verklaring door een nieuwe verklaring beperken, teneinde de toepassing van lid 3 te verruimen. Zij moeten zulks doen wanneer de bepalingen inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken van de Schengenuitvoeringsovereenkomst te hunnen aanzien in werking treden. ledere verklaring wordt neergelegd bij het secretariaat-generaal van de Raad en aan de Commissie meegedeeld.
Voetnoten
Verordening (EU) 2023/2844 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2023 betreffende de digitalisering van de justitiële samenwerking en de toegang tot de rechter in grensoverschrijdende burgerlijke, handels- en strafzaken, en tot wijziging van bepaalde handelingen op het gebied van justitiële samenwerking (PB L, 2023/2844, 27.12.2023, ELI: http://data.europa.eu/reg/2023/2844/oj).
Gemeenschappelijk Optreden 98/428/JBZ van 29 juni 1998, door de Raad aangenomen op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, tot oprichting van een Europees justitieel netwerk (PB L 191 van 7.7.1998, blz. 4).