RvdW 2015/858
Huwelijkse voorwaarden; afrekening op basis niet uitgevoerd periodiek verrekenbeding; evenredigheidsmaatstaf art. 1:141 lid 1 en 1:136 lid 1 BW; is voor toepassing van deze bepalingen relevant van wie het overgespaarde (niet verrekende) inkomen afkomstig is en in wiens goed dat is geïnvesteerd?
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 juli 2015
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/04245
- Conclusie
A-G mr. J. Wuisman
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1875, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑07‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:526, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑04‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑10‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑08‑2014
- Wetingang
Art. 1:136, art. 1:141 BW
Essentie
Huwelijkse voorwaarden; afrekening op basis niet uitgevoerd periodiek verrekenbeding; evenredigheidsmaatstaf art. 1:141 lid 1 en 1:136 lid 1 BW; is voor toepassing van deze bepalingen relevant van wie het overgespaarde (niet verrekende) inkomen afkomstig is en in wiens goed dat is geïnvesteerd?
In art. 1:141 lid 1 BW en — voor zover het gaat om de aflossing van een schuld die met het oog op de verwerving van een goed is aangegaan — art. 1:136 lid 1 BW worden de rechtsgevolgen geregeld van verrekenplichten in huwelijkse voorwaarden. Laten partijen tijdens ...