Einde inhoudsopgave
Omgevingsbesluit - Nota van toelichting
§ 10.8.6 PRTR
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
03-07-2018, Stb. 2018, 290 (uitgifte: 31-08-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
Artikel 10.43 (gegevensverstrekking PRTR; uitstel verklaring PRTR-verslag) [artikelen 16.88 en 20.6, eerste lid, onder b, van de Omgevingswet]
Op grond van artikel 10.28 van het Besluit kwaliteit leefomgeving moet het bevoegd gezag de kwaliteit van het PRTR-verslag beoordelen. Als het verslag niet voldoet, moet het bevoegd gezag in principe voor 30 juni van het jaar volgend op het verslagjaar een zogeheten negatieve verklaring afgeven aan de betrokken exploitant. De termijn om deze verklaring af te geven kan eenmalig met maximaal drie maanden worden verlengd (dus tot 30 september). Hiervoor kan bijvoorbeeld aanleiding zijn als aan de exploitant een last onder dwangsom is opgelegd en het bevoegd gezag wil afwachten of de ontbrekende gegevens naar aanleiding daarvan alsnog worden aangeleverd.
Artikel 10.44 (gegevensverstrekking PRTR; gegevens als bedoeld in artikel 5.10 van het Besluit activiteiten leefomgeving) [artikelen 16.88 en 20.6, eerste lid, onder a, onder 2°, van de Omgevingswet]
Eerste lid
Het eerste lid regelt de informatieverschaffing door het bevoegd gezag aan de minister als beheerder van het nationale PRTR (het nationale Pollutants Release and Transfer Register). De gegevens worden in elektronische vorm verstrekt, telkens uiterlijk op 30 september van het jaar volgend op het verslagjaar.
Tweede en derde lid
Uit het tweede lid volgt dat gegevens in een PRTR-verslag waarover het bevoegde bestuursorgaan heeft verklaard dat ze niet voldoen aan de eraan te stellen eisen, niet aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat worden verstrekt. In het nationale PRTR wordt in dat geval vermeld dat een negatieve verklaring is afgegeven. Ook als ten onrechte geen PRTR-verslag is ingediend, wordt in het nationale PRTR-register aangegeven dat een negatieve verklaring is afgegeven. In verband hiermee bepaalt het derde lid dat het bevoegde bestuursorgaan aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat melding doet van afgegeven negatieve verklaringen. De melding wordt gedaan zodra de verklaring in werking is getreden of uiterlijk op 30 september van het jaar volgend op het verslagjaar.
Artikel 10.45 (gegevensverstrekking PRTR; handelwijze bij geheimhouden gegevens) [artikelen 16.88 en 20.6, eerste lid, onder a, onder 2°, van de Omgevingswet]
In artikel 10.31 van het Besluit kwaliteit leefomgeving is een voorziening opgenomen in verband met de vertrouwelijkheid van informatie. De exploitant die activiteiten verricht waarvoor een rapportageplicht geldt, kan het bevoegd gezag verzoeken bepaalde gegevens niet aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat te rapporteren (artikel 5.11 van het Besluit activiteiten leefomgeving). Als besloten is bepaalde gegevens niet aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat te verstrekken, stelt het bestuursorgaan de minister van Infrastructuur en Waterstaat uiterlijk op 30 september van het jaar volgend op het verslagjaar in kennis van het soort gegevens dat wordt geheimgehouden en van de grond waarop tot geheimhouding is besloten. Deze informatie wordt vervolgens ook aangegeven in het nationale PRTR. Bij het verstrekken van informatie aan de Commissie moet voor een activiteit waarover gegevens wegens vertrouwelijkheid niet worden verstrekt, worden vermeld welk type informatie wordt geheimgehouden en om welke reden deze gegevens worden geheimgehouden (artikel 12 PRTR-protocol).
In het vierde lid van dit artikel is bepaald dat, als het bestuursorgaan een verzoek om geheimhouding heeft afgewezen, de gegevens eerst aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat worden gezonden nadat het afwijzende besluit in werking is getreden. Uit artikel 10.31, derde lid, van het Besluit kwaliteit leefomgeving volgt dat het besluit vier weken nadat het bekend is gemaakt in werking treedt of, als gedurende die termijn een verzoek om voorlopige voorziening is ingediend, nadat op dat verzoek is beslist.
Het derde lid van dit artikel regelt dat het bevoegd gezag aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat in voorkomend geval vervangende informatie verstrekt. Het bestuursorgaan moet, als de naam van een verontreinigende stof wordt geheimgehouden, in de mededeling aan de minister aangeven tot welke groep verontreinigende stoffen de geheimgehouden stof behoort.
Artikel 10.46 (beschikbaar stellen van gegevens en verklaringen PRTR) [artikelen 16.88 en 20.8, eerste lid, van de Omgevingswet]
Het in deze bepaling opgenomen tijdstip voor het beschikbaar stellen van informatie via het nationale PRTR (telkens uiterlijk op 31 maart van het tweede kalenderjaar volgend op het verslagjaar) komt overeen met het tijdstip dat op grond van artikel 7, tweede lid, onder b, van de EG-verordening PRTR geldt voor de rapportage door de lidstaten aan de Europese Commissie voor het Europese PRTR.
Artikel 10.47 (beschikbaar stellen eindonderzoek bodem) [artikelen 20.6, eerste lid, onder a en 20.8, eerste lid, van de Omgevingswet]
Eerste lid
Het eerste lid geeft uitvoering aan artikel 24, derde lid, onderdeel a, van de richtlijn industriële emissies. In dit lid wordt bepaald dat het bevoegde gezag via internet het publiek informeert over relevante informatie over maatregelen die zijn getroffen, nadat een ippc-installatie is beëindigd overeenkomstig artikel 22 van de richtlijn. Dit staat los van eventuele verplichtingen uit de Wet openbaarheid van bestuur. Voor deze beëindiging bevat het Besluit activiteiten leefomgeving een regeling in paragraaf 5.2.1. Het beschikbaar stellen van voor het publiek relevante informatie over de situatie van de bodem ter plaatse na definitieve stopzetting van de vergunningplichtige milieubelastende activiteit, is geregeld in dit lid. Het bevoegd gezag haalt deze informatie uit het eindsituatiebodemrapport, zoals voorgeschreven in het Besluit activiteiten leefomgeving.
Voor de bepaling welke informatie in ieder geval niet beschikbaar moet worden gesteld, wordt in de richtlijn industriële emissies verwezen naar de beperkingen in de richtlijn toegang tot milieu-informatie. In de richtlijn toegang tot milieu-informatie wordt een aantal uitzonderingen gemaakt, waarvan hier vooral relevant zijn die voor privacygevoelige gegevens, vertrouwelijke commerciële en industriële informatie, gegevens waarop intellectuele eigendomsrechten rusten en voor onvoltooide gegevens. Onvoltooide gegevens of onvoltooid materiaal zijn pas na herstel van omissies en onjuistheden voor publiek relevante informatie.
De regeling in dit lid vormt een beleidsneutrale omzetting van artikel 5.7, zesde lid, van het Besluit omgevingsrecht.
Tweede lid
Met het tweede lid is beoogd te voorkomen dat irrelevante informatie, zoals onvoltooide gegevens of onvoltooid materiaal, namens de overheid aan het publiek ter beschikking worden gesteld.