Einde inhoudsopgave
Omgevingsbesluit - Nota van toelichting
§ 10.8.4 Kwaliteit van de zwemlocatie
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
03-07-2018, Stb. 2018, 290 (uitgifte: 31-08-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
Artikel 10.37 (gegevensverstrekking zwemlocaties) [artikel 20.6, eerste lid, aanhef en onder a, onder 2°, van de Omgevingswet]
Om te kunnen voldoen aan de rapportageverplichting aan de Europese Commissie op grond van artikel 13 van de zwemwaterrichtlijn, is het noodzakelijk dat die gegevens worden bijgehouden door de waterschappen en jaarlijks verstrekt worden aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat. De gegevens met betrekking tot zwemlocaties die in rijkswateren zijn gelegen, zijn vanzelfsprekend ook nodig voor het opstellen van de rapportage. Omdat deze in eigen beheer zijn is het niet nodig gegevensverstrekking te regelen.
Artikel 10.38 (beschikbaar stellen verslag resultaten monitoring zwemlocaties) [artikel 20.14, vierde lid, van de Omgevingswet]
Op grond van artikel 10.20, derde lid, van het Besluit kwaliteit leefomgeving zijn het dagelijks bestuur van het waterschap en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, als beheerders van de oppervlaktewaterlichamen zijnde, belast met de monitoring van de omgevingswaarde voor de kwaliteit van zwemlocaties. Volgens artikel 20.14, eerste lid, van de wet draagt het bestuursorgaan dat belast is met de monitoring ook zorg voor de verslaglegging van de resultaten van de monitoring.
Het verslag dat de beheerder van het oppervlaktewaterlichaam op grond van artikel 20.14, eerste lid, van de wet maakt over de resultaten van de monitoring wordt op grond van artikel 10.38, aanhef en onder a, van dit besluit verstrekt aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat. Althans, voor zover de minister zelf nog niet over dit verslag beschikt.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat zorgt er vervolgens voor dat het verslag elektronisch beschikbaar wordt gesteld. Dat de Minister van Infrastructuur en Waterstaat het verslag beschikbaar stelt in plaats van iedere beheerder voor zich, is omdat alle verslagen al bij de minister samenkomen ten behoeve van de rapportage aan de Europese Commissie (ter invulling van artikel 13 van de zwemwaterrichtlijn). Dit artikel is mede ter implementatie van artikel 7, tweede lid, onder e, van de richtlijn toegang tot milieu-informatie opgenomen.
Artikel 10.39 (beschikbaar stellen informatie over zwemlocaties) [artikel 20.13, tweede lid, van de Omgevingswet]
Eerste lid
Deze bepaling geeft uitvoering aan artikel 12 van de zwemwaterrichtlijn. Gedeputeerde staten zullen het publiek moeten voorlichten over de indeling van de zwemlocaties in de klassen en over de risico's voor de gezondheid en veiligheid gedurende het badseizoen. Hierin voorziet dit lid. Voorlichting moet in ieder geval plaatsvinden als zich een ernstige proliferatie van cyanobacteriën of van microalgen of marien fytoplankton voortdoet en een gezondheidsrisico wordt vermoed. Als gedeputeerde staten op de hoogte zijn van onverwachte situaties die een negatief gevolg kunnen hebben op de gezondheid van zwemmers, moet voorlichting plaatsvinden. Ook als zich verontreiniging van het zwemwater voordoet door teerachtige residuen, glas, plastic, rubber of ander afval, wordt het publiek hiervan op grond van dit lid voorgelicht. Als op basis van de inspectie op deze zwemverontreiniging maatregelen ter plaatse nodig zijn, kunnen gedeputeerde staten besluiten om het publiek ook over deze maatregelen voor te lichten. Dat is geregeld in artikel 10.39, eerste lid, onder b, onder 3.
Tweede lid
Voorlichting geschiedt allereerst op een gemakkelijk toegankelijke plaats in de onmiddellijke nabijheid van de zwemlocatie. Op die manier kan het bezoekende publiek van de zwemlocatie ter plaatse worden voorgelicht over de veiligheid van het zwemmen. Anderzijds wordt het publiek voorgelicht via de media. Gedacht kan worden aan in ieder geval het internet, maar ook aan teletekst, televisie en folders.
Derde lid
De informatie die verspreid moet worden betreft informatie over de kwaliteit van het water, maatregelen die zijn getroffen, zoals zwemverboden, en andere relevante informatie bedoeld in artikel 12, tweede lid, van de zwemwaterrichtlijn. Dit lid stelt verplicht dat de voorlichting aan het publiek op een plaats in de nabijheid van zwemwater door het plaatsen van een bord plaatsvindt. Het doel van de voorlichting in de nabijheid van zwemwater via het bord, is dat deze voor de bezoeker snel zichtbaar is. Het moet in een oogopslag voor de bezoeker duidelijk zijn of hij op die locatie mag zwemmen en wat de kwaliteit is van het zwemwater op die locatie. Het bord bevat dan ook de meest actuele informatie over de locatie. Het betreft onder andere de indeling van het zwemwater, een algemene beschrijving van het zwemwater in niet-technische bewoordingen op basis van het zwemwaterprofiel en informatie over kortstondige verontreinigingen. Zie hiervoor verder artikel 12, eerste lid, van de zwemwaterrichtlijn.
Voorlichting gebeurt zo nodig ook in andere talen dan het Nederlands. Voor de resultaten van het veiligheidsonderzoek, waarnaar verwezen wordt in het eerste lid, onder c, worden deze eisen vanuit de zwemwaterrichtlijn niet gesteld. Ook in die gevallen kunnen gedeputeerde staten aansluiten bij de voorlichtingsmogelijkheden die in dit lid zijn beschreven.