Einde inhoudsopgave
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/25.4.7
25.4.7 Handelingen van de leden als derden jegens het EESV
A.J. van Doesum, datum 01-01-2009
- Datum
01-01-2009
- Auteur
A.J. van Doesum
- JCDI
JCDI:ADS371780:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
EU-recht / Marktintegratie
Ondernemingsrecht / Personenvennootschappen
Europees belastingrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Zie onder andere: HvJ EG 26 maart 1987, nr. 235/85 (Commissie/Nederland), FED 1987/341, r.o. 7-9, HvJ EG 15 juni 1989, nr. 348/87 (Stichting Uitvoering Financiële Acties, SUFA), FED 1989/559, r.o. 10, HvJ EG 4 december 1990, nr. C-186/89 (Van Tiem), BNB 1991/352, r.o. 17, HvJ EG 29 april 2004, nr. C-137/02 (Faxworld), BNB 2004/286, r.o. 27, en HvJ EG 12 januari 2006, nrs. C-354/03, C-355/03 en C-484/03 (Optigen Ltd, Fulcrum Electronics Ltd, Bond House Systems Ltd), V-N 2006/ 7.20, r.o. 37.
De positie van een lid ten opzichte van het EESV, is tot op zekere hoogte vergelijkbaar met de positie van een vennoot ten opzichte van zijn vennootschap. Een lid kan, net als een vennoot, optreden als een verschaffer van eigen vermogen, als orgaan of als een onafhankelijke derde. Kortheidshalve zij verwezen naar hoofdstuk 24, paragrafen 24.4.7 en 24.4.8 inzake de positie van een vennoot ten opzichte van zijn vennootschap. Hoewel er echter belangrijke overeenkomsten bestaan met de verhouding vennoot – vennootschap, stel ik vast dat de relatie van een lid ten opzichte van zijn EESV op onderdelen kan verschillen met die van een vennoot en zijn personenvennootschap.
De EESV verordening biedt de mogelijkheid de relatie tussen het lid en het EESV in te kleden als de verhouding tussen een lid en een vereniging. Aan de btw als algemene verbruiksbelasting dient een zo groot mogelijk bereik toe te komen.1 Om die redden dient mijns inziens het uitgangspunt te zijn dat een lid jegens een vereniging als een derde handelt. Hetzelfde geldt voor een lid van een EESV. Een (belastingplichtig) lid dat een handeling jegens het EESV verricht en in ruil daarvoor bijvoorbeeld een korting op de contributie krijgt, verricht een belastbare handeling en is daarover in beginsel btw verschuldigd. Slechts wanneer het lid aan kan tonen, dat er geen rechtstreeks verband bestaat tussen de korting op de contributie en de verrichte handelingen voor het EESV, is dit eventueel anders. Uitgaande van een belastbare handeling heeft het lid als uitgangspunt een recht op aftrek van voorbelasting, conform het bepaalde in art. 168 Btw-richtlijn (ex art. 17 Zesde richtlijn, vgl. art. 15 Wet OB).