25.4.3 Handelingen van de leden onderling (in het kader van het samenwerkingsverband)

Een EESV verschilt in menig opzicht niet veel van een personenvennootschap. Een personenvennootschap heeft (uiteindelijk) de vennoten nodig om handelingen te kunnen verrichten. Er zijn handelingen van vennoten te onderscheiden, die plaatsvinden in het kader van het samenwerkingsverband en die niet zozeer als handelingen tussen de leden onderling, als wel als handelingen tussen de betreffende vennoot en de vennootschap, dan wel als interne bedrijfshandelingen van de vennootschap moeten worden beschouwd. Wat geldt voor een vennootschap en de vennoten ervan, geldt mutatis mutandis ook voor een EESV en de leden ervan. De leden moeten het EESV operationeel houden door handelingen voor dat EESV te verrichten.

In hoofdstuk 24, paragraaf 24.4.3 heb ik de conclusie getrokken, dat het denkbaar is, dat er handelingen van de vennoten binnen het kader van het samenwerkingsverband aan te wijzen zijn, die buiten het bereik van de btw blijven. Op de eerste plaats is dat mijns inziens het geval, indien een vennoot optreedt als kapitaalverschaffer. Vanwege de omstandigheid dat voor de heffing van btw de vennootschap een entiteit is, moet de als kapitaalverschaffer optredende vennoot geacht worden niet jegens de overige vennoten, maar jegens de vennootschap te handelen. Dat is naar mijn mening ook het geval indien een lid als kapitaalverschaffer optreedt jegens zijn EESV.

Voorts heb ik in hoofdstuk 24, paragraaf 24.4.3 vastgesteld, dat vennoten op kunnen treden in de hoedanigheid van een “orgaan” of “afdeling” van een personenvennootschap. Hetzelfde is het geval, indien het een EESV met leden betreft. De leden kunnen handelen ten opzichte van elkaar zoals afdelingen binnen ondernemingen ten opzichte van elkaar handelen. Zij verrichten dan interne bedrijfshandelingen. Zij staan niet tegenover elkaar als in een ruilverhouding, maar staan naast elkaar, zoals de samenwerking tussen beiden ook impliceert. Aangezien het EESV op dit punt niet verschilt van de personenvennootschap, verwijs ik kortheidshalve naar hoofdstuk 24, paragraaf 24.4.3.