Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/19
Poging tot doodslag door meerdere keren met barkruk te slaan (art. 287 Sr). Verwerping beroep op (putatief) noodweer en noodweerexces. O.m. klacht over oordeel hof dat voor beoordeling van het feitencomplex niet relevant is of verdachte voorafgaand aan het slaan met barkruk met een mes is bedreigd. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 07-12-2021, ECLI:NL:HR:2021:1829
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 december 2021
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, Y. Buruma, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
20/03538
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1829, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑12‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:1142, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑10‑2021
Essentie
Poging tot doodslag door meerdere keren met barkruk te slaan (art. 287 Sr). Verwerping beroep op (putatief) noodweer en noodweerexces. O.m. klacht over oordeel hof dat voor beoordeling van het feitencomplex niet relevant is of verdachte voorafgaand aan het slaan met barkruk met een mes is bedreigd. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 20/03538
Datum 7 december 2021
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 20 oktober 2020, nummer 21-000561-19, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.