Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/467
HR: art. 81 RO. Conclusie over (opzet op) wederrechtelijke vrijheidsberoving.
HR 22-03-2016, ECLI:NL:HR:2016:459
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 maart 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
14/06452
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:459, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑03‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:124, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑01‑2016
Essentie
HR: art. 81 RO. Conclusie over (opzet op) wederrechtelijke vrijheidsberoving.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 4 december 2014, nummer 23/003094-14, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: P.H.L.M. Souren, te Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. D.J.C. Aben:
1.
De verdachte is bij arrest van 4 december 2014 door het gerechtshof Amsterdam vrijgesproken van het onder 1 tenlastegelegde en wegens “medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven”, veroordeeld tot een voorwaardelijke werkstraf voor de duur van veertig uren, subsidiair twintig dagen jeugddetentie, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.