Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2018/848 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 834/2007
Artikel 45 Invoer van biologische en omschakelingsproducten
Geldend
Geldend vanaf 17-06-2018
- Bronpublicatie:
30-05-2018, PbEU 2018, L 150 (uitgifte: 14-06-2018, regelingnummer: 2018/848)
- Inwerkingtreding
17-06-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-05-2018, PbEU 2018, L 150 (uitgifte: 14-06-2018, regelingnummer: 2018/848)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Dierenwelzijn
1.
Een product mag uit een derde land worden ingevoerd met het doel in de Unie als een biologisch product of als een omschakelingsproduct in de handel te worden gebracht, indien aan de volgende drie voorwaarden wordt voldaan:
- a)
het product is een product als bedoeld in artikel 2, lid 1;
- b)
er is sprake van één van het volgende:
- i)
het product voldoet aan de hoofdstukken II, III en IV van deze verordening en alle exploitanten en in artikel 36 bedoelde groepen exploitanten, met inbegrip van exporteurs in het betrokken derde land, vallen onder de controles van overeenkomstig artikel 46 erkende controleautoriteiten of controleorganen en hebben van die autoriteiten of organen een certificaat ontvangen dat bevestigt dat zij aan deze verordening voldoen;
- ii)
in gevallen waarin het product uit een derde land komt dat is erkend overeenkomstig artikel 47, voldoet dat product aan de in de desbetreffende handelsovereenkomst vastgestelde voorwaarden, of
- iii)
in gevallen waarin het product uit een derde land komt dat is erkend overeenkomstig artikel 48, voldoet dat product aan de gelijkwaardige productie- en controlevoorschriften van dat derde land, en wordt het ingevoerd met een door de bevoegde autoriteiten, de controleautoriteiten of de controleorganen van dat derde land afgegeven inspectiecertificaat dat bevestigt dat aan de betrokken regels is voldaan, en
- c)
de exploitanten in derde landen zijn te allen tijde in staat aan de importeurs en de nationale autoriteiten in de Unie en in die derde landen informatie te verstrekken aan de hand waarvan de exploitanten die hun leveranciers zijn, alsmede de controleautoriteiten of controleorganen van die leveranciers, kunnen worden geïdentificeerd teneinde de traceerbaarheid van het biologische of omschakelingsproduct in kwestie te waarborgen. Die informatie wordt tevens aan de controleautoriteiten of de controleorganen van de importeurs ter beschikking gesteld.
2.
Overeenkomstig de procedure die is vastgelegd in artikel 24, lid 9, kan de Commissie specifieke toelatingen verlenen voor het gebruik van producten en stoffen in derde landen en in de ultraperifere gebieden van de Unie, rekening houdend met verschillen in het ecologisch evenwicht in de plantaardige of dierlijke productie, specifieke klimatologische omstandigheden, tradities en plaatselijke omstandigheden in die gebieden. Dergelijke specifieke toelatingen kunnen worden verleend voor een hernieuwbare termijn van twee jaar en zijn onderworpen aan de beginselen van hoofdstuk II en de in artikel 24, leden 3 en 6, vastgestelde criteria.
3.
Wanneer de Commissie overeenkomstig artikel 22 de criteria vastlegt om te bepalen of een situatie als rampzalige omstandigheden kan worden aangemerkt en specifieke regels vaststelt over hoe met zulke omstandigheden om te gaan, houdt zij rekening met verschillen in het ecologisch evenwicht en de klimatologische en plaatselijke omstandigheden in derde landen en in de ultraperifere gebieden van de Unie.
4.
De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast houdende specifieke regels met betrekking tot de inhoud van de in lid 1, onder b), bedoelde certificaten, de te volgen procedure voor de afgifte, hun verificatie en de technische middelen waarmee het certificaat wordt afgegeven, met name wat betreft de rol van de bevoegde autoriteiten, controleautoriteiten en controleorganen, die daarmee de traceerbaarheid en conformiteit verzekeren van ingevoerde producten die bestemd zijn om als biologische producten of als omschakelingsproducten in de Unie in de handel te worden gebracht als bedoeld in lid 1.
Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de onderzoeksprocedure bedoeld in artikel 55, lid 2.
5.
Aan grenscontroleposten wordt overeenkomstig artikel 47, lid 1, van Verordening (EU) 2017/625 nagegaan of de voorwaarden en maatregelen betreffende de invoer van de in lid 1 bedoelde biologische producten en omschakelingsproducten in de Unie worden nageleefd. De frequentie van de in artikel 49, lid 2, van die verordening bedoelde materiële controles hangt af van de waarschijnlijkheid van niet-naleving in de zin van artikel 3, punt 57), van deze verordening.