Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2018/848 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 834/2007
Artikel 48 Gelijkwaardigheid in het kader van Verordening (EG) nr. 834/2007
Geldend
Geldend vanaf 14-11-2020
- Bronpublicatie:
11-11-2020, PbEU 2020, L 381 (uitgifte: 13-11-2020, regelingnummer: 2020/1693)
- Inwerkingtreding
14-11-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-11-2020, PbEU 2020, L 381 (uitgifte: 13-11-2020, regelingnummer: 2020/1693)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Dierenwelzijn
1.
Een erkend derde land als bedoeld in artikel 45, lid 1, onder b), iii), is een derde land dat voor gelijkwaardigheidsdoeleinden is erkend in het kader van artikel 33, lid 2, van Verordening (EG) nr. 834/2007, met inbegrip van de derde landen die zijn erkend in het kader van de overgangsmaatregel waarin is voorzien in artikel 58 van deze verordening.
Die erkenning verstrijkt op 31 december 2026.
2.
Op basis van jaarlijkse verslagen die de in lid 1 bedoelde derde landen over de uitvoering en handhaving van door hen vastgestelde controlemaatregelen moeten opstellen en jaarlijks uiterlijk op 31 maart van elk jaar aan de Commissie moeten toezenden, en in het licht van eventuele andere ontvangen informatie zorgt de Commissie voor passend toezicht op de erkende derde landen door regelmatig hun erkenning te evalueren. De Commissie kan de lidstaten daartoe om bijstand verzoeken. De invulling van het toezicht wordt bepaald op basis van een beoordeling van de waarschijnlijkheid van niet-naleving, waarbij met name rekening wordt gehouden met het volume van de uitvoer naar de Unie uit het betrokken derde land, de resultaten van de monitoring- en toezichtsactiviteiten van de bevoegde autoriteit en de resultaten van eerdere controles. De Commissie brengt regelmatig verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad over de resultaten van haar evaluatie.
3.
De Commissie stelt door middel van een uitvoeringshandeling een lijst van de in lid 1 bedoelde derde landen vast, die zij door middel van uitvoeringshandelingen kan wijzigen.
Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 55, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
4.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 54 gedelegeerde handelingen vast te stellen ter aanvulling van deze verordening wat betreft de door de derde landen in de lijst als bedoeld in lid 3 van dit artikel op te sturen informatie die nodig is voor het toezicht door de Commissie op hun erkenning, alsmede de uitoefening van dat toezicht door de Commissie, met inbegrip van onderzoeken ter plaatse.
5.
De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen om te garanderen dat maatregelen worden genomen in gevallen van vermeende of vastgestelde niet-naleving, met name gevallen die een risico inhouden voor de integriteit van biologische of omschakelingsproducten die uit derde landen als bedoeld in dit artikel zijn ingevoerd. Bij wijze van maatregel kan de integriteit van biologische of omschakelingsproducten vóór het in de handel brengen in de Unie worden gecontroleerd, of kan, in voorkomend geval, de toelating om dergelijke producten in de Unie als biologische producten of omschakelingsproducten in de handel te brengen, worden opgeschort.
Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de onderzoeksprocedure bedoeld in artikel 55, lid 2.