Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/254
Medeplegen mensenhandel, art. 273f lid 1 Sr. Beginpunt redelijke termijn in eerste aanleg. Heeft datum van dagvaarding in e.a. te gelden als beginpunt van redelijke termijn a.b.i. art. 6 lid 1 EVRM? Klacht behoeft geen bespreking. Ook als deze klacht terecht zou zijn voorgesteld, is er (gelet op opgelegde gevangenisstraf van 6 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk) geen aanleiding om te komen tot ander rechtsgevolg dan te volstaan met constatering dat redelijke termijn is overschreden. Volgt verwerping.
HR 14-02-2023, ECLI:NL:HR:2023:228
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 februari 2023
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, J.C.A.M. Claassens, M. Kuijer
- Zaaknummer
21/01559
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:228, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑02‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1190, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑12‑2022
Essentie
Medeplegen mensenhandel, art. 273f lid 1 Sr. Beginpunt redelijke termijn in eerste aanleg. Heeft datum van dagvaarding in e.a. te gelden als beginpunt van redelijke termijn a.b.i. art. 6 lid 1 EVRM? Klacht behoeft geen bespreking. Ook als deze klacht terecht zou zijn voorgesteld, is er (gelet op opgelegde gevangenisstraf van 6 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk) geen aanleiding om te komen tot ander rechtsgevolg dan te volstaan met constatering dat redelijke termijn is overschreden. Volgt verwerping.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/01559
Datum 14 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.