Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/241
Diefstal met geweld, art. 312 lid 1 Sr. Aanwezigheidsrecht, art. 588a lid 1 sub c (oud) Sv. Had afschrift van dagvaarding in hoger beroep moeten worden verzonden naar het in volmacht tot instellen van h.b. (brief van verdachte) opgegeven adres? HR: Middel slaagt om redenen vermeld in CAG. CAG: Er is geen afschrift van dagvaarding in h.b. verzonden aan het door verdachte opgegeven adres, terwijl niet is gebleken dat dit o.g.v. art. 588a lid 3 (oud) Sv niet hoefde. Hof heeft er geen blijk van gegeven te hebben onderzocht of er reden was onderzoek ttz. te schorsen om verdachte in de gelegenheid te stellen daarbij alsnog aanwezig te zijn. ’s Hofs beslissingen om verstek te verlenen en behandeling van onderzoek ttz. niet te schorsen zijn daarom niet zonder meer begrijpelijk. Volgt vernietiging en terugwijzing.
HR 14-02-2023, ECLI:NL:HR:2023:232
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 februari 2023
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.E.M. Röttgering, C. Caminada
- Zaaknummer
19/05518
- Conclusie
A-G mr. P.M. Frielink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:232, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑02‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1217, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑12‑2022
Essentie
Diefstal met geweld, art. 312 lid 1 Sr. Aanwezigheidsrecht, art. 588alid 1sub c (oud) Sv. Had afschrift van dagvaarding in hoger beroep moeten worden verzonden naar het in volmacht tot instellen van h.b. (brief van verdachte) opgegeven adres? HR: Middel slaagt om redenen vermeld in CAG. CAG: Er is geen afschrift van dagvaarding in h.b. verzonden aan het door verdachte opgegeven adres, terwijl niet is gebleken dat dit o.g.v. art. 588alid 3 (oud) Sv niet hoefde. Hof heeft er geen blijk van gegeven te hebben onderzocht of er reden was ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.