Einde inhoudsopgave
Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft
Artikel 147d [Toepasselijk recht]
Geldend
Geldend vanaf 22-07-2013
- Bronpublicatie:
04-07-2013, Stb. 2013, 293 (uitgifte: 18-07-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
22-07-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-06-2013, Stb. 2013, 228 (uitgifte: 25-06-2013, kamerstukken: 33235)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de wet van 12-06-2013, Stb. 228.
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Verzekeringsrecht / Algemeen
1.
Indien een feeder-icbe en haar master-icbe beide hun zetel in Nederland hebben is uitsluitend het Nederlands recht van toepassing op de overeenkomst tot uitwisseling van informatie, bedoeld in artikel 147b, eerste lid.
2.
Indien de feeder-icbe of de master-icbe haar zetel in een andere lidstaat heeft, dan bepaalt de overeenkomst tot uitwisseling van informatie, bedoeld in artikel 147b, eerste lid, dat uitsluitend het Nederlands recht of het recht van die andere lidstaat van toepassing is op die overeenkomst.
3.
Het recht van de lidstaat dat op grond van het eerste of tweede lid van toepassing is op een overeenkomst tot uitwisseling van informatie is eveneens van toepassing op een overeenkomst tussen de bewaarders van de feeder-icbe en de master-icbe als bedoeld in artikel 4:57b, eerste lid, van de wet en een overeenkomst tussen de accountants van de feeder-icbe en master-icbe als bedoeld in artikel 4:57c, eerste lid, van de wet.
4.
Indien de overeenkomst is vervangen door bedrijfsvoeringsregels als, bedoeld in artikel 147b, vierde lid, voorziet een overeenkomst tussen bewaarders als bedoeld artikel 4:57b, eerste lid, respectievelijk tussen accountants als bedoeld in artikel 4:57c, eerste lid, van de wet erin dat het recht van de lidstaat van de zetel van de feeder-icbe of het recht van de lidstaat van de zetel van de master-icbe bij uitsluiting van toepassing is op de overeenkomst.
5.
De overeenkomsten, bedoeld in de artikelen 4:57b, eerste lid, en 4:57c, eerste lid, van de wet en artikel 147b, eerste lid, bepalen dat de rechter van de lidstaat waarvan het recht van toepassing is op de overeenkomst, wordt aangewezen voor de kennisneming van geschillen welke naar aanleiding van de overeenkomst ontstaan of zullen ontstaan.