Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/594
Vertaling dagvaarding/oproeping en bijbehorende mededelingen.
HR 21-04-2020, ECLI:NL:HR:2020:773
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 april 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
18/03721
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS200604:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:773, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑04‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1466, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑10‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑02‑2019
- Wetingang
Essentie
Aan de verplichting cfm. art. 260 lid 5 Sv een (verkorte) schriftelijke vertaling van de dagvaarding te verstrekken, kan worden voldaan door verstrekking van een integrale vertaling van de dagvaarding, d.w.z. een vertaling van de door het OM opgestelde dagvaarding met inbegrip van de mededelingen die daarin zijn opgenomen of zijn bijgevoegd. Dit geldt ook voor de oproeping van de verdachte voor een nadere terechtzitting. I.c. heeft de verdachte geen belang bij de klacht over niet-naleving van art. 260 lid 5 Sv t.a.v. de (ter griffie uitgereikte) oproeping in hoger beroep nu de vertaling de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.