De goede procesorde
Einde inhoudsopgave
De goede procesorde (BPP nr. IV) 2006/8.2.6:8.2.6 Het belang van gelijke kansen
De goede procesorde (BPP nr. IV) 2006/8.2.6
8.2.6 Het belang van gelijke kansen
Documentgegevens:
Mr. V.C.A. Lindijer, datum 08-11-2006
- Datum
08-11-2006
- Auteur
Mr. V.C.A. Lindijer
- JCDI
JCDI:ADS375028:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Kamerstukken II 1999/00, 26 855, nr. 3 (MvT), p. 109-110. Nader hierover supra, par. 2.2.2.
HR 19 oktober 2001 (Rijpkema/KBS), NJ 2001, 653.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
472. Het belang van gelijke kansen valt deels samen met het belang van hoor en wederhoor, nu het niet horen van een van de partijen ook inbreuk maakt op het uit-gangpunt dat beide partijen een gelijkwaardige behandeling ten deel valt. Het belang van gelijke kansen kan echter ook buiten schendingen van het hoor en wederhoor in het geding zijn, bijvoorbeeld indien een partij anderszins onredelijk in haar procesvoering zou worden bemoeilijkt, indien aan het processuele handelen van haar wederpartij het gebruikelijke rechtsgevolg zou worden verbonden.
De eis dat een partij niet onredelijk in haar procesvoering wordt benadeeld, is een van de eisen die schuilgaat achter de verwijzing naar de eisen van een goede procesorde in art. 130 Rv, zo blijkt uit de geschiedenis van de totstandkoming van die bepaling.1 Evenzo kan er sprake zijn van onredelijke benadeling indien een partij in cassatie zo lang wacht met het zuiveren van haar verstek, dat dit haar, door verstoring van de gelijktijdigheid van het geven van schriftelijke toelichtingen, een voorsprong ten opzichte van haar wederpartij oplevert. Ook een dergelijk handelen is in strijd met de eisen van een goede procesorde, aldus de Hoge Raad in het arrest Rijpkema/ KBS.2