Einde inhoudsopgave
Procedurele waarborgen in materiële EVRM-rechten 2017/10.3.2
10.3.2 Schriftelijke procedure: nauwelijks hoorzittingen
T. de Jong, datum 01-03-2017
- Datum
01-03-2017
- Auteur
T. de Jong
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Staatsrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Haeck & Herrera 2011, p. 201 en p. 365-370. Zie ook de Nijmeegse dissertatie van Lize Glas (Glas 2015).
Haeck & Herrera 2011, p. 194-198. Zie ook artikel 26, 27 en 28 EVRM, en Schabas 2015, p. 686 e.v.
Zie ook: Haeck & Herrera 2011, p. 348.
Harris e.a. 2014, p. 138.
Elke Kamer van het Hof houdt gemiddeld twee hoorzittingen per jaar: Haeck & Herrera 2011, p. 366. Een enkele keer kan ook hierop een uitzondering worden gemaakt, als de Grote Kamer een hoorzitting toch niet nodig acht. Dit leid ik af uit een van de gehouden interviews. Vgl. ook opnieuw: Harris e.a. 2014, p. 138.
Hervormingsmaatregelen zijn genomen in Protocol 14, en ook de introductie van het priority beleid, pilot-procedures en de High Conferences in onder meer: Izmir (2011), Brighton (2012), Oslo (2014) en Brussel (2015). Afgaande op het rapport van de CDHH (van eind 2015) zijn na de hervormingen in de werkwijze van het Hof nu vooral de Staten aan zet om zorg te dragen voor naleving van het EVRM. Zie in dit verband: Myjer 2016 en Glas 2016b.
De single judge, het Comité van drie rechters en de Kamer van het Hof organiseren zelden een hoorzitting.1 In het geval van een beoordeling door een single judge of het Comité is dit doorgaans ook minder nodig, nu het in deze gevallen om ontvankelijkheidskwesties gaat of om zaken die behoren tot de standaardjurisprudentie van het Hof.2 Een ontvankelijkheidsbeslissing of een uitspraak wordt vaak genomen op basis van de schriftelijke stukken.3 Het aantal hoorzittingen dat de Kamers van het Hof jaarlijks houden, ligt op gemiddeld twee per Kamer.4 In de Grote Kamer uitspraken vindt echter wel altijd een hoorzitting plaats.5 In 2012 waren dat er totaal 11,6 in 2014 waren het er 20,7 in 2015 heeft het EHRM in 28 zaken8 een hoorzitting georganiseerd en in 2016 tot slot is in 18 zaken9 door de Grote Kamer een oral hearing gehouden. Het aantal hoorzittingen is dus afgenomen in 2016 ten opzichte van 2015. Misschien dat de eerdere toename in de voorgaande jaren kan worden gezien als een gevolg van de hervormingsmaatregelen die zijn genomen om de werklast van het Hof te verlagen waardoor er meer tijd was voor het organiseren van een hoorzitting.10
Een van de vereisten van artikel 6 EVRM is het vereiste van een eerlijk proces. Dit vereiste houdt ook in dat partijen over gelijke verdedigingsrechten beschikken, het ‘equality of arms’ vereiste: in de rechterlijke procedure moet dus sprake zijn van ‘equal footing’. Dit doet de volgende vraag rijzen: hoe borgt het Hof dit vereiste bij de doorgaans schriftelijke behandeling van klachten? Deze vraag is aan de respondenten voorgelegd. De respondenten zijn of werkzaam (geweest) bij het Hof of hebben op een andere manier met de procedure voor het Hof te maken in hun (dagelijkse) werkzaamheden. Naar het oordeel van de respondenten is het ‘equality of arms’ vereiste voldoende geborgd in de schriftelijke procedure. In de antwoorden van de respondenten vallen twee zaken in het bijzonder op. Zo lijkt in de eerste plaats het geringe aantal hoorzittingen mede te zijn ingegeven door het efficiency argument, zo getuigen ook de volgende antwoorden van de respondenten.
‘Met 130.000 lopende zaken is het niet reëel om voor elke zaak een hoorzitting te houden, dan zitten we vol tot 2050. Dus dat kan niet.’
‘(…) it has gone to a due by force of its workload to a way of operation where there is very rarely a hearing.’
‘Of course you start asking questions in a complicated case and you really need them there. You can always do that in writing. It is good for the parties to come and say what they have to say. But it [een hoorzitting: TdJ] is not really such a big difference and it’s a huge amount of work for the registry to organize a hearing. And it is much time consuming. So it is very rare, outside the Grand Chamber hearing where there of course it is justified because of the seriousness of the case and the complexity. In the other cases which are more easy going and straight forward it is not really important. You never learn more from the oral pleadings. It has a psychological dimension. The Court hears the applicants and listens to them, which is nice. Because it is also our role to show that we are open and that we welcome the parties, that is part of our duties as well, but in most of the cases it does not make a big difference. It will contribute to the visibility of the Court.’
In de tweede plaats (zoals ook al deels te lezen in het hiervoor weergegeven citaat) ziet eigenlijk geen van de respondenten in het houden van een hoorzitting een toegevoegde waarde. Zo overweegt een van de respondenten:
‘De toegevoegde waarde van zo’n hoorzitting is dat mensen hun argumenten nog een keer naar voren brengen. Wat wij merken is dat zo’n hele zaak al door een hele procedure is uitgekauwd op nationaal niveau. Alles wat gezegd zou moeten worden voor ons, is daar al gezegd. Weinig toegevoegde waarde aan hoorzittingen. Herhaling van zetten.’