Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/1051
Vordering tenuitvoerlegging op grond van niet-naleving algemene voorwaarde en bepaling van de dag voor het onderzoek van de vordering tenuitvoerlegging, art. 14h lid 2 Sr.
HR 18-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1687
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 september 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
16/05874
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1687, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑09‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1004, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑05‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑04‑2017
- Wetingang
Art. 14c lid 1 onder a, art. 14g lid 3, art. 14h lid 2 Sr; art. 258 lid 2, art. 361a Sv
Essentie
Vordering tenuitvoerlegging op grond van niet naleving algemene voorwaarde en bepaling van de dag voor het onderzoek van de vordering tenuitvoerlegging, art. 14h lid 2 Sr. Art. 14g lid 3 Sr dient aldus te worden begrepen dat een afzonderlijke dagbepaling achterwege blijft in geval de vordering tot tenuitvoerlegging wegens overtreding van de algemene voorwaarde, dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit, wordt behandeld gelijktijdig met de behandeling van een feit waarvoor de veroordeelde wordt vervolgd. De behandeling van die vordering vindt dan immers plaats op de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.