Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/1046
Mededeling raadsman geen bewijsmiddel. Gebruik leugenachtigheid verklaring verdachte.
HR 25-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1773
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 september 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
17/00452
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1773, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑09‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:646, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑06‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑05‑2017
- Wetingang
Art. 339 Sv
Essentie
Mededeling raadsman geen bewijsmiddel. Gebruik leugenachtigheid verklaring verdachte.
Het hof heeft bij zijn oordeel dat de verklaring van de verdachte over de werking van de verlichting van de (gestolen) aanhangwagen een kennelijke leugen was om de waarheid te verhullen, betrokken ‘dat namens verdachte door diens raadsman naar voren is gebracht dat verdachte hem heeft meegedeeld dat het zijn, verdachtes, eigen aanhangwagen betrof’. Daarin ligt als onjuiste rechtsopvatting besloten dat een door de raadsman ter terechtzitting gedane mededeling kan worden aangemerkt als een wettig bewijsmiddel conform art. 339 lid 1 Sv. Bovendien kan het oordeel van de rechter ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.