Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/1062
Bewezenverklaring van ‘wederrechtelijk is binnengedrongen’ in de woning is niet naar de eis der wet met redenen omkleed, nu de juistheid in het midden is gelaten van hetgeen door de verdediging is aangevoerd en niets is vastgesteld waaruit kan volgen dat verdachte zich ervan bewust was dat zijn binnentreden en verblijf in de woning geschiedde tegen de wil van de rechthebbende. Volgen vernietiging en terugwijzing.
HR 18-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1682
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 september 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, A.L.J. van Strien, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
16/06166
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1682, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑09‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1003, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑06‑2018
Essentie
Bewezenverklaring van ‘wederrechtelijk is binnengedrongen’ in de woning is niet naar de eis der wet met redenen omkleed, nu de juistheid in het midden is gelaten van hetgeen door de verdediging is aangevoerd en niets is vastgesteld waaruit kan volgen dat verdachte zich ervan bewust was dat zijn binnentreden en verblijf in de woning geschiedde tegen de wil van de rechthebbende. Volgen vernietiging en terugwijzing.
Partij(en)
18 september 2018
Strafkamer
nr. S 16/06166
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 9 november 2016, nummer 21/000085-16, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.