Einde inhoudsopgave
Wet op het primair onderwijs
Artikel 148 Vrijwillige opheffing openbare school of nevenvestiging
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2022
- Redactionele toelichting
Voorheen art. 159.
- Bronpublicatie:
25-02-2021, Stb. 2021, 171 (uitgifte: 07-04-2021, kamerstukken: 35605)
- Inwerkingtreding
01-04-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-03-2022, Stb. 2022, 114 (uitgifte: 16-03-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Primair onderwijs
1.
De gemeenteraad kan besluiten tot vermindering van het aantal door de gemeente in stand gehouden openbare scholen en nevenvestigingen.
2.
De openbare rechtspersoon, bedoeld in artikel 47, of de stichting, bedoeld in artikel 17 of 48, kan besluiten tot opheffing van een door die openbare rechtspersoon of stichting in stand gehouden openbare school of nevenvestiging. Een besluit tot opheffing wordt uiterlijk op 1 augustus van het schooljaar voorafgaand aan de beoogde datum van opheffing medegedeeld aan de gemeenteraad. Indien de gemeenteraad voor 1 februari daaropvolgend besluit dat hij de school in stand wenst te houden, wordt deze niet opgeheven, maar wordt de instandhouding daarvan overgedragen aan de gemeente.
3.
In afwijking van het eerste lid en het tweede lid, eerste volzin, vindt opheffing van een openbare school of nevenvestiging niet plaats in de gevallen, bedoeld in artikel 139, vijfde lid, onderscheidenlijk artikel 146, eerste lid, onder d.
4.
Indien een besluit tot opheffing, bedoeld in het tweede lid, in afwijking van de tweede volzin van dat lid na 1 augustus, maar uiterlijk op 1 januari van het schooljaar voorafgaand aan de beoogde datum van opheffing wordt medegedeeld aan de gemeenteraad, dan wordt de school of nevenvestiging slechts opgeheven op grond van dat besluit indien:
- a.
de op te heffen openbare school of nevenvestiging binnen 10 km over de weg gemeten niet de enige school is waarbinnen openbaar onderwijs wordt gegeven, en
- b.
de gemeenteraad uiterlijk op 1 februari volgend op die mededeling besluit om in te stemmen met opheffing van de school of nevenvestiging.
5.
Indien het besluit, bedoeld in het tweede lid, na 1 januari van het schooljaar voorafgaand aan de beoogde datum van opheffing wordt medegedeeld aan de gemeenteraad, dan wordt de school of nevenvestiging niet opgeheven op grond van dat besluit.