Einde inhoudsopgave
Cessie (O&R nr. 70) 2012/I.5.3
I.5.3 Wijzigingen van de Capital Requirements Directive
M.H.E. Rongen, datum 01-10-2011
- Datum
01-10-2011
- Auteur
M.H.E. Rongen
- JCDI
JCDI:ADS358748:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Algemeen
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Voetnoten
Voetnoten
Zie hiervoor: noot 56.
Vgl. o.a.: FSB 2010, p. 30; DNB 2010b, p. 44 e.v.; IMF 2009 en Citi 2008.
Zie § II.3.1.
Zoals bekend, heeft de financiële crisis zich binnen de EU inmiddels uitgebreid tot een landencrisis.
De winstniveau’s van de banken zijn als gevolg van de economische crisis lager en het aantrekken van nieuw kapitaal bij investeerders is vanwege de problemen bij de banken zeer lastig. Vgl. ook: Global Joint Initiative 2008, p. 27 e.v.
Zie voor een overzicht van maatregelen en voorstellen; Bijlage 1 bij het Rapport Verloren Krediet.
De CRD bestaat uit twee richtlijnen, te weten de Herziene richtlijn banken (2006/48/EG) en de Herziene richtlijn kapitaaltoereikendheid (2006/49/EG).
Zie voor een overzicht van de maatregelen die in de VS en in Europa met het oog op securitisation zijn getroffen: BIS 2011, p. 19 e.v. en p. 50 e.v. en Fitch Ratings, Structured Finance, A guide to global structured finance regulatory initiatives and their potential impact, April 2011.
Zie Basel Committee 2009a en Basel Committee 2009b.
De aanpassingen zijn het gevolg van drie wijzigingsrichtlijnen: Richtlijn 2009/27/EG, Richtlijn 2009/83/EG en Richtlijn 2009/111/EG. Deze richtlijnen zijn geïmplementeerd in de Wet op het financieel toezicht, het Besluit prudentiële regels Wft en in toezichthouderregels. Vgl. Van ’t Westeinde 2010, p. 175 e.v. en p. 197 e.v. en Joosen 2009, p. 69 e.v.
Zie art. 122 bis lid 1 Herziene richtlijn banken (2006/48/EG), alsmede art. 56 Regeling securitisaties Wft 2010. Eenzelfde regel geldt voor verzekeraars, zie art. 135 lid 2 Richtlijn 2009/138/EG (Solvency II).
Zie de preambule bij Richtlijn 2009/111/EG onder nr. 24. Vgl. voorts: Van ’t Westeinde 2010, p. 199 e.v.; CEBS 2009; Fender & Mitchell 2009, p. 27 e.v. en ECB 2008. Zie ook hierna: nr. 63.
Zie art. 122 bis lid 6 Herziene richtlijn banken en art. 62 lid 1 Regeling securitisaties Wft 2010.
Zie ook: Van ’t Westeinde 2010, p. 201 e.v.
Zie art. 122 bis lid 4 Herziene richtlijn banken en art. 60 lid 1 Regeling securitisaties Wft 2010.
Zie art. 122 bis lid 4, laatste alinea, Herziene richtlijn banken en art. 60 lid 2 Regeling securitisaties Wft 2010.
Zie art. 122 bis lid 5 Herziene richtlijn banken en art. 61 lid 1 Regeling securitisaties Wft 2010.
Zie art. 122 bis lid 5, tweede alinea, Herziene richtlijn banken en art. 61 lid 2 Regeling securitisaties Wft 2010.
Zie de preambule bij Richtlijn 2009/111/EG onder nr. 27.
Zie CEBSa 2010. Vgl daarnaast: CEBS 2010b. Deze richtlijnen worden door DNB gevolgd bij het toezicht op de naleving van de regels van hoofdstuk 7 van de Regeling securitisaties Wft 2010. Zie art. 9 Beleidsregel toepassing richtsnoeren EBA Wft.
Zie art. 122 bis lid 8 Herziene richtlijn banken en art. 64 lid 1 Regeling securitisaties Wft 2010.
Zie Richtlijn 2010/76/EU, Pb.EU 2010 L 329/3 e.v. De richtlijn is geïmplementeerd in onder meer toezichthouderregelingen, waaronder de Regeling securitisaties Wft 2010. Zie de Wijzigingsregeling CRD III tranche 2 Wft 2011. Vgl. Van ’t Westeinde 2010, p. 177-178 en p. 204-205.
Zie de artikelen 57 lid 1 (r) en 66 lid 2 Herziene richtlijn banken en art. 3 lid 1 (t) en Bijlage I, 16bis Herziene richtlijn kapitaaltoereikendheid. Vgl. de toelichting bij de conceptrichtlijn, COM (2009) 362 definitief, p. 8.
Zie bijlage IX, deel 4, punten (6), (46) en (47) Herziene richtlijn banken.
Zie bijlage XII, deel 2, punt (14) Herziene richtlijn banken. Vgl. de toelichting bij de conceptrichtlijn, COM (2009) 362 definitief, p. 6 en p. 8.
Het gaat om de volgende organisaties: Securities Industry and Financial Markets Association (SIFMA), American Securitization Forum (ASF), European Securitisation Forum (ESF) en Australian Securitisation Forum (AuSF).
Zie Global Joint Initiative 2008.
Overigens zij opgemerkt dat de aanbevelingen enkel betrekking hebben op de securitisation van woninghypotheken.
Zie SIFMA & ESF 2008.
Zie ESF 2008.
De CESR is in het kader van de hervorming van het toezicht op de Europese financiële sector met ingang van 1 januari 2011 opgegaan in de European Securities and Markets Authority (ESMA).
Zie o.a.: IOSCO 2010a; IOSCO 2010b; IOSCO 2009a; IOSCO 2009b en CESR 2009.
Zie de brief van de ECB van 1 april 2011 (‘ABS loan level data initiative’) te vinden op de website van de ECB, alsmede ECB 2011, p. 15.
Zie BIS 2011.
Zie ‘Nederlandse standaard op komst voor securitisaties’, Het Financieele Dagblad 22 februari 2011. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het stroomlijnen van de opzet en inhoud van het in het kader van een RMBS uit te geven prospectus.
20. Belang van securitisation voor het economisch herstel en de woningfinanciering. Hoewel de techniek van securitisation als zodanig niet een van de oorzaken van de crisis is, blijkt uit het voorgaande dat zij wel een belangrijke factor in de crisis is geweest. Vooral de complexiteit en de ondoorzichtigheid van sommige gestructureerde effecten hebben bijgedragen aan het wegvallen van het vertrouwen in die effecten en geleid tot problemen bij het vaststellen van de waarde daarvan. Dat geldt in het bijzonder voor de zogeheten hersecuritisations.1 In verschillende analyses is er evenwel op gewezen dat een herstart van de securitisationmarkten essentieel is voor het goed functioneren van de kapitaalmarkten en het opgang brengen van het economisch herstel.2 Securitisation is voor banken namelijk een belangrijke financieringsbron en een belangrijk instrument voor het balans- en risicomanagement.3 Securitisation kan het kapitaalbeslag verminderen, waardoor het banken in staat stelt het bedrijfsleven van kredieten te blijven voorzien, ook al staat het eigen vermogen van veel banken als gevolg van de crisis en strengere kapitaalseisen onder druk en is het eigen vermogen, mede door de voortdurende financiële crisis,4 niet gemakkelijk aan te vullen.5
Voor Nederland geldt dat securitisation in het bijzonder voor de woninghypotheekmarkt een belangrijk financieringsinstrument is. De hypothecaire kredietverlening kan door de banken slechts voor een deel met spaargeld worden gefinancierd. Willen de banken over voldoende financiering kunnen beschikken, dan moeten zij een beroep kunnen doen op alternatieve financieringsbronnen, zoals securitisations en covered bonds.
21. Wijziging van de Capital Requirements Directive; CRD II. Inmiddels zijn er door overheden en instanties verschillende maatregelen getroffen en voorstellen gedaan om een herhaling van de crisis te voorkomen en het financiële stelsel te verstevigen.6 Voor wat betreft securitisation zijn vooral de wijzigingen van de Capital Requirements Directive (CRD) van belang.7, 8 Deze wijzigingen zijn grotendeels gebaseerd op aanpassingen die het Bazelse Comité voor het bankentoezicht heeft doorgevoerd in het Bazel II Kapitaal Akkoord.9 In 2009 hebben de eerste aanpassingen van de CRD plaatsgevonden. De richtlijnen die daarmee gemoeid zijn worden wel aangeduid als de CRD II.10
Een van de belangrijkste wijzigingen van de CRD II met betrekking tot securitisations is dat een financiële onderneming enkel mag investeren in een securitisation, indien de verkoper van de geëffectiseerde activa of de oorspronkelijke kredietverstrekker expliciet jegens de financiële onderneming te kennen heeft gegeven permanent een economisch belang van niet minder dan 5% aan te houden.11 Met deze regel wordt getracht de belangen van de verkopende instelling (seller/originator) en de investeerders te synchroniseren. De gedachte is dat met het behoud van een economisch belang in de transactie de verleiding om de acceptatiecriteria voor kredietverlening te versoepelen, om minder goede activa voor de transactie te selecteren of om de activa na overdracht minder goed te beheren, wordt tegengegaan.12 In aanvulling op deze verplichting is voorts bepaald dat de originator op de te effectiseren vorderingen dezelfde criteria voor kredietverlening dient te hanteren als voor vorderingen die hij in eigen portefeuille blijft aanhouden.13
Andere wijzigingen van de CRD hebben betrekking op een verbetering van de informatievoorziening door verkopende instellingen aan investeerders en op het verbeteren van de kennis bij investeerders van de gestructureerde effecten waarin zij beleggen.14 Zo moet een als seller/ originator optredende financiële onderneming aan beleggers bekend maken welk netto economisch belang hij in de securitisation aanhoudt en ervoor zorgen dat aspirant-beleggers gemakkelijk toegang krijgen tot alle wezenlijk relevante gegevens over de kredietkwaliteit en de resultaten van de onderliggende activa en tot informatie die nodig is om stresstests op de activa te kunnen uitvoeren.15 Voor financiële ondernemingen die willen beleggen in gestructureerde effecten geldt, dat zij voorafgaand aan een belegging – en zo nodig ook daarna – aan de toezichthouder (DNB) kunnen aantonen dat zij beschikken over een breed en gedegen inzicht daarin en dat zij formele gedragslijnen en procedures hebben ingevoerd voor de toetsing en registratie van onder andere: de risicokenmerken van de effecten, de risicokenmerken van de onderliggende activa en de structurele kenmerken van de securitisation die van wezenlijke invloed kunnen zijn op de resultaten van de effecten.16 Voorts dienen zij periodiek hun eigen stresstests uit te voeren met betrekking tot hun beleggingen in gestructureerde effecten17 en moeten zij formele procedures vaststellen om prestatie-informatie over de onderliggende activa doorlopend en tijdig te kunnen monitoren.18 Tot slot dienen financiële ondernemingen een solide inzicht te hebben in alle structurele aspecten van een securitisationtransactie die een wezenlijk effect kunnen hebben op het resultaat van hun positie in de transactie.19 De genoemde verplichtingen beogen te bewerkstelligen dat de nodige zorgvuldigheid wordt betracht om de risico’s van een belegging in gestructureerde effecten goed te kunnen beoordelen. Banken dienen een eigen ‘due diligence’ uit te voeren en niet alleen te vertrouwen op de ratings van de rating agencies. De zorgvuldigheidsprocedures moeten bijdragen aan een groter vertrouwen in de securitisationmarkten.20
Het Committee of European Banking Supervisors (CEBS) heeft in december 2010 richtlijnen gepubliceerd voor de nadere invulling van de vereisten die de CRD II stelt met betrekking tot de 5%-retentie, de due diligence, de interne risico-analyse en de informatieverschaffing over securitisations.21
De hiervoor beschreven wijzigingen van de CRD zijn van toepassing op securitisations die vanaf 1 januari 2011 tot stand zijn gekomen. Op securitisations van voor dat tijdstip zijn de wijzigingen van toepassing vanaf 31 december 2014, ingeval na die datum onderliggende activa worden toegevoegd of vervangen.22
22. Wijziging van de Capital Requirements Directive; CRD III. Behalve de hiervoor genoemde wijzigingen is de CRD op nog een aantal andere onderdelen aangepast. In een wijzigingsrichtlijn, die wordt aangeduid als de CRD III, worden wat betreft securitisation aanpassingen voorzien met betrekking tot onder meer de kapitaalvereisten voor het marktrisico van gestructureerde effecten, investeringen in hersecuritisations en de openbaarmaking van securitisationrisico’s.23
Voor banken gaan hogere kapitaalvereisten gelden voor hun beleggingen in het handelsboek (waarop tijdens de kredietcrisis grote verliezen geleden zijn als gevolg van een forse daling van de markwaarden). In de nieuwe regeling worden de kapitaalvereisten voor gestructureerde effecten die worden aangehouden in het handelsboek, gelijkgesteld aan die voor gelijkwaardige effecten in het bankboek.24 Dit leidt ertoe dat banken meer kapitaal moeten aanhouden tegenover een belegging in gestructureerde effecten. Voorts geldt, overeenkomstig de voorstellen van het Bazelse Comité voor het bankentoezicht, voor investeringen in hersecuritisations een hoger kapitaalvereiste dan voor investeringen in gewone securitisations. Tijdens de kredietcrisis is namelijk gebleken dat door financiële instellingen vooral grote (boekhoudkundige) verliezen zijn geleden op gestructureerde effecten uitgegeven in het kader van de hersecuritisations van subprime effecten. Dergelijke transacties bleken veel risicovoller te zijn dan aanvankelijk werd gedacht.25
Tot slot zijn de reeds in de CRD opgenomen informatieverplichtingen met betrekking tot securitisations aangescherpt, onder andere ten aanzien van de beleggingen in gestructureerde effecten die door banken in de handelsportefeuille worden aangehouden en de sponsoring van buitenbalansvehikels. Deze aanpassingen hebben tot doel beleggers een beter inzicht in het risicoprofiel van banken te geven en het risicobeheer van banken te versterken door de transparantie te verbeteren.26 Het gebrek aan transparantie was tijdens de crisis immers een van de belangrijke oorzaken voor het wegvallen van het vertrouwen in de interbancaire geldmarkten.
23. Overige maatregelen en initiatieven. Naast de wijzigingen van de CRD kan voorts worden gewezen op initiatieven afkomstig uit de financiële praktijk zelf. In dit verband kan het Global Joint Initiative worden genoemd; een samenwerkingsverband van een aantal organisaties27 dat aanbevelingen heeft gedaan om het vertrouwen in de securitisationmarkten te herstellen.28Deze aanbevelingen zien op onder meer (i) het vergroten en verbeteren van de informatieverschaffing met betrekking tot de geëffectiseerde activa in een meer toegankelijke en gestandaardiseerde vorm, (ii) het tot stand brengen van marktstandaarden voor (de openbaarmaking van) due diligence procedures en (iii) het ontwikkelen van standaarden met betrekking tot het beheer van geëffectiseerde activa en de evaluatie van het beheer.29 Verder kan worden gewezen op een gezamenlijk rapport van SIFMA, ESF en een aantal andere marktorganisaties waarin verslag wordt gedaan van een aantal projecten dat erop is gericht de transparantie van de Europese securitisationmarkten te verbeteren.30 Deze projecten complementeren de aanbevelingen van de Global Joint Initiative en zijn inmiddels voor het merendeel voltooid. In aansluiting daarop heeft het European Securitisation Forum (ESF) een aantal richtlijnen opgesteld met betrekking tot de ‘pre-issuance’ en ‘post-issuance’ openbaarmaking van relevante informatie voor de uitgifte van hypotheekobligaties (RMBS).31 Deze richtlijnen zijn door een aantal financiële instellingen dat als originator in securitisations optreedt, onderschreven.
Daarnaast is er een aantal rapporten verschenen van de International Organization of Securities Commissions (IOSCO) en de Committee of European Securities Regulators (CESR),32 waarin eveneens richtlijnen en aanbevelingen worden geformuleerd die gericht zijn op een grotere transparantie en betere werking van de securitisationmarkten en gestructureerde effecten (ABS).33
Voorts kan worden gewezen op het zogeheten “ABS loan-level data initiative” van de Europese Centrale Bank (ECB) dat ertoe strekt informatievereisten in te stellen met betrekking tot de onderliggende leningen van ABS die in aanmerking komen om als onderpand te dienen voor krediettransacties van het Eurosysteem. Daartoe zal een “datawarehouse” worden opgericht dat is bestemd om de gegevens van de geëffectiseerde leningen te verwerken, verifiëren en verzenden. Het warehouse heeft tot doel de transparantie te vergroten en investeerders toegang te verschaffen tot uitgebreide en gestandaardiseerde informatie over ABS.34
Ook het zogeheten ‘Joint Forum’ van het Basel Committee on Banking Supervision, de International Organization of Securities Commissions en de International Association of Insurance Supervisors heeft recent enige aanbevelingen gedaan om het vertrouwen in de securitisationmarkten te herstellen en om tot duurzame hervormingen te komen.35 De aanbevelingen hebben onder meer betrekking op een verbetering van de door originators te hanteren kredietverleningscriteria, een verbetering van due diligence procedures en op een grotere transparantie, standaardisatie en vereenvoudiging van transacties.
Tot slot dient nog gewezen te worden op een Nederlands initiatief: het voornemen van Nederlandse banken en verzekeraars om een Nederlandse standaard voor securitisations te ontwikkelen. Daarmee wordt beoogd de uitgifte van RMBS door Nederlandse originators volgens een meer geharmoniseerd model te laten plaatsvinden.36