Einde inhoudsopgave
Cessie (O&R nr. 70) 2012/II.8.5
II.8.5 Maatregelen ter bewaring van het vermogen van het SPV en ter versterking van de rechten van de investeerders in de ABS
mr. M.H.E. Rongen, datum 01-10-2011
- Datum
01-10-2011
- Auteur
mr. M.H.E. Rongen
- JCDI
JCDI:ADS353998:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Algemeen
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Voetnoten
Voetnoten
Zie nr. 87.
Denk bijvoorbeeld aan achterstallige vorderingen, vorderingen met een hoog verrekeningsrisico e.d. Vgl. Fitch Ratings, Structured Finance, EMEA consumer ABS rating criteria, July 2011, p. 4; Fitch Ratings, Structured Finance, Global rating criteria for trade receivables securitisations, October 2010, p. 4; Standard & Poor’s, Structured Finance, Global cash flow and synthetic CDO criteria, March 2002, p. 18 e.v.; Moody’s Investors Service, Structured Finance, The fundamentals of assetbacked commercial paper, February 2003, p. 63-64 en Moody’s Investors Service, Structured Finance, Asset-backed commercial paper: understanding the risks, April 1993, p. 17-18.
De koopovereenkomst bevat verder een lijst met ‘representations and warranties’ ten aanzien van onderwerpen die betrekking hebben op de originator/seller. De originator garandeert onder meer dat (i) alle (juridische) maatregelen zijn getroffen teneinde de originator in staat te stellen de transactieovereenkomsten aan te gaan, dat (ii) de verbintenissen die de originator op zich neemt rechtsgeldig en afdwingbaar zijn, dat (iii) de originator niet in staat van faillissement verkeert en dat het zijn faillissement niet heeft aangevraagd, dat (iv) verstrekte informatie juist is e.d.
Zie hierna: § II.9.1.
Zie over de vestiging van zekerheden: § II.11.2.
Zie Standard & Poor’s, Structured Finance Ratings, European legal criteria 2005, New York 2005, p. 14 en Standard & Poor’s, Structured Finance, Legal criteria for structured finance transactions, New York, April 2002, p. 76.
Deze covenants worden opgenomen in de trustakte resp. de ‘terms and conditions’ van de ABS.
Dit zijn bepaalde gebeurtenissen die met zich brengen dat de overdracht en de verpanding van de vorderingen aan het SPV resp. de security trustee worden medegedeeld aan de schuldenaren. Zie § II.12.
Zie hierna: nr. 157.
Zie hiervoor: nr. 139 onder (iv).
Over het algemeen mogen gelden enkel worden belegd in liquide financiële instrumenten, zoals schatkistpapier, commercial paper en deposito’s, mits van hoge ratings voorzien. Meestal bevat de transactiedocumentatie een lijst met door de rating agencies geformuleerde criteria waaraan de beleggingen moeten voldoen. Vgl. o.a.: Standard & Poor’s, Structured Finance, U.S. CMBS legal and structured finance criteria, May 2003, p. 122 e.v.
Zie § VI.3.2 in verband met de vraag of een securitisation in strijd kan zijn met een negative pledge clausule.
Zie ook hierna: § III.2.2.3.
Zie onder (ii).
Zie hierna: nr. 157.
Denk onder andere aan de hiervoor genoemde ‘covenants’en ‘representations and warranties’.
142. Overzicht. De faillissementsbestendigheid van het SPV kan verder worden vergroot door het SPV te voorzien van kwalitatief goede activa en door maatregelen te treffen die een aantasting van het vermogen van het SPV beogen te voorkomen en die de rechten van de investeerders in de ABS versterken. Het betreft de volgende maatregelen:
(i) Overdracht activa van voldoende waarde. Aan het SPV dienen vorderingen te worden overgedragen met een geldstroom of waarde die voldoende is om het SPV in staat te stellen zijn schulden te voldoen. Hiermee dient rekening te worden gehouden bij de bepaling van de koopprijs die het SPV voor de vorderingen zal betalen. Het is mogelijk dat de vorderingen tegen een discount aan het SPV worden verkocht, waarvan de omvang mede wordt bepaald door een voorziening “dubieuze debiteuren”. In geval van de uitgifte van market-value securities1 dient er een zekere ‘overcollateralisation’ van het SPV plaats te vinden (en in stand te worden gehouden door middel van ‘mark-to-market’) teneinde het marktwaarderisico van de aan het SPV overgedragen activa te ondervangen.
(ii) Eligibility criteria en Representations and warranties. Verder geldt dat de vorderingen moeten beantwoorden aan bepaalde kwaliteitscriteria, de zogeheten eligibility criteria, willen zij voor securitisation in aanmerking komen. Deze criteria hebben tot doel om vorderingen met een verhoogd wanbetalingsrisico van de transactie uit te sluiten.2 Op deze wijze wordt het risico dat het SPV buitensporige verliezen lijdt enigszins beperkt. De originator garandeert in de ‘receivables purchase agreement’ dat de vorderingen aan de vastgestelde eligibility criteria voldoen. Daarnaast bevat de overeenkomst nog een aantal andere garanties van de originator (de zogeheten representations and warranties). Deze hebben betrekking op het bestaan, de inhoud en de overige kenmerken van de vorderingen en de eventueel daarbij behorende zekerheidsrechten.3 De originator garandeert onder meer dat:
de vorderingen bestaan en geldig zijn;
hij rechthebbende van de vorderingen is, dat de vorderingen overdraagbaar zijn en dat er ook overigens geen beperkingen bestaan ten aanzien van de verkoop en overdracht van de vorderingen;
hij beschikkingsbevoegd is;
de vorderingen vrij zijn van beperkte rechten, beslagen en andersoortige rechten van derden;
de schulden van de onderliggende schuldenaren rechtsgeldig en afdwingbaar zijn;
de aan de vorderingen verbonden zekerheidsrechten (zoals panden hypotheekrechten) rechtsgeldig zijn gevestigd;
er geen wezenlijke tekortkoming (‘material breach’) is van de schuldenaren in de nakoming van enige verplichting uit de onderliggende overeenkomsten.
Indien een vordering niet aan een van de garanties beantwoordt en het gebrek niet binnen een bepaalde termijn (bv. 14 dagen) wordt opgeheven, dan is de originator gehouden de betreffende vordering van het SPV tegen de nominale waarde terug te kopen of om een ‘ineligible receivable’ te vervangen door een ‘eligible receivable’ (substitutie).
(iii) Vestiging zekerheidsrechten. Tot zekerheid voor de nakoming van zijn verplichtingen jegens onder meer de investeerders in de ABS, vestigt het SPV zekerheidsrechten over nagenoeg zijn gehele vermogen. Daarbij moet onder andere worden gedacht aan pandrechten op de aan het SPV overgedragen vorderingenportefeuille, de saldi van de transactierekeningen die het SPV aanhoudt, de rechten jegens de ‘servicer’4 tot afdracht van de ten behoeve van het SPV ontvangen betalingen en de rechten onder de overige transactieovereenkomsten (liquidity facilities, swaps e.d.). De zekerheidsrechten worden verleend aan een security trustee die de zekerheidsrechten beheert en zo nodig uitoefent in het belang van onder meer de investeerders in de ABS.5 De vestiging van zekerheidsrechten kan tevens een ‘disincentive’ zijn voor schuldeisers van het SPV om het faillissement van het SPV aan te vragen.6
(iv) Covenants SPV. Het SPV neemt zowel ten opzichte van de trustee als ten opzichte van de investeerders in de ABS een aantal ‘covenants’ op zich waarmee wordt beoogd de rechten van de investeerders in de ABS zoveel mogelijk zeker te stellen.7 Zolang de ABS niet volledig zijn afgelost, verplicht het SPV zich er jegens de trustee onder meer toe om:
al zijn verplichtingen onder de transactieovereenkomsten na te komen;
de trustee te voorzien van bepaalde informatie over het beheer van de aan het SPV overgedragen vorderingenportefeuille;
de trustee op de hoogte te stellen van het plaatsvinden van een ‘notification event’,8 een ‘event of default’ of een schending van een van de ‘representations and warranties’ of ‘covenants’ in de ‘receivables purchase agreement’;
de ontvangen geldbedragen aan te wenden overeenkomstig de bepalingen van de ‘administration agreement’9 en de trustakte (denk o.a. aan de ‘priority of payments’10 );
niet in te stemmen met een wijziging van enige transactieovereenkomst en ook geen afstand te doen van enig daaruit voortvloeiend recht, behoudens met voorafgaande schriftelijke toestemming van de trustee;
geen eigen aandelen in te kopen en geen dividenden uit te keren.
Tegenover de investeerders in de ABS verplicht het SPV zich er onder meer toe om, behoudens voor zover toegelaten onder een van de transactieovereenkomsten of met voorafgaande schriftelijke toestemming van de trustee:
geen leningen aan te gaan en geen garanties af te geven ter zake van enige schuld;
geen zekerheidsrechten te vestigen of enig deel van zijn vermogen over te dragen of daarop rechten toe te kennen aan derden;
niet te fuseren of consolideren met een andere rechtspersoon;
geen werknemers in dienst te hebben en geen dochterondernemingen te verwerven;
gelden uitsluitend te investeren in beleggingen die op grond van de transactieovereenkomsten zijn toegestaan (de zogeheten ‘eligible investments’).11
(v) Covenants originator/seller. Ook de originator/seller neemt in de ‘receivables purchase agreement’ jegens het SPV en de trustee een aantal ‘covenants’ op zich. De originator verplicht zich er onder meer toe om, zolang de ABS niet volledig zijn afgelost:
geen (rechts)handelingen te verrichten ten aanzien van aan het SPV overgedragen vorderingen die de rechten van het SPV nadelig zouden kunnen beïnvloeden;
al zijn verplichtingen onder de overeenkomsten met de schuldenaren van de aan het SPV overgedragen vorderingen correct en tijdig na te komen;
geen ‘negative pledge’ bedingen te schenden als gevolg van het aangaan van een van de transactieovereenkomsten;12
het SPV en de trustee op de hoogte te stellen van het plaatsvinden van een ‘notification event’ ten aanzien van de overdracht van de vorderingen aan het SPV of van de schending van een van de ‘representations and warranties’;
de voor de mededeling van cessie van schuldenaren ontvangen betalingen over te boeken naar een transactierekening van het SPV.
(vi) Vergoedingsverplichting originator/seller ter zake van verrekening. Met betrekking tot het geval dat een schuldenaar zich op verrekening beroept van zijn schuld aan het SPV met een tegenvordering op de originator, bepaalt de receivables purchase agreement dat de originator gehouden is het SPV een bedrag te betalen gelijk aan het bedrag dat het SPV als gevolg van het beroep op verrekening niet heeft ontvangen. Verliezen als gevolg van verrekening komen derhalve voor rekening van de originator.13
(vii) Wijziging van de onderliggende overeenkomsten. De receivables purchase agreement bevat vaak ook een regeling voor het geval de originator met een klant een wijziging van de overeenkomst wil overeenkomen. Indien de wijziging van de overeenkomst tot gevolg heeft dat de aan het SPV overgedragen vordering niet meer voldoet aan een van de ‘eligibility criteria’ of ‘representations and warranties’ in de koopovereenkomst met het SPV,14 dan is de originator gehouden de betreffende vordering(en) terug te kopen. Hiermee wordt voorkomen dat de kwaliteit van de onderliggende vorderingenportefeuille verslechtert.
(viii) Covenants servicer/administrator. In de ‘issuer services agreement’15 worden ten laste van de servicer/administrator bepaalde ‘covenants’ opgenomen met betrekking tot het beheer van de aan het SPV overgedragen vorderingen en de administratie van het SPV. De servicer/administrator (veelal de originator) verplicht zich er onder meer toe om:
ten aanzien van het beheer van de vorderingen eenzelfde toewijding en kunde te betrachten als ten aanzien van vorderingen die niet door de originator zijn overgedragen;
de aanwijzingen van het SPV of de trustee op te volgen;
zich in te spannen om alle voor het beheer benodigde vergunningen en toestemmingen te behouden;
geen van de transactieovereenkomsten waarbij hij partij is te wijzigen of beëindigen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de trustee.
(ix) Trustee partij bij transactieovereenkomsten. In de trustakte wordt geregeld op welke wijze het SPV zijn rechten uit bepaalde transactieovereenkomsten en voorzieningen (zoals de liquidity facility, het reserve fund, de GIC en de swap) dient uit te oefenen en de daaruit verkregen gelden dient aan te wenden. Deze overeenkomsten worden door het SPV aangegaan teneinde zoveel mogelijk zeker te stellen dat de ABS overeenkomstig de overeengekomen voorwaarden worden voldaan. Daarnaast is de trustee partij bij het merendeel van de transactieovereenkomsten. De trustee heeft aldus het recht om van de wederpartij van het SPV nakoming te verlangen van bepaalde bedingen in de transactieovereenkomsten.16 Hiermee wordt beoogd de rechtspositie van de trustee in zijn hoedanigheid van pandhouder van het vermogen van het SPV te versterken.
(x) Financial support. Het SPV sluit verschillende overeenkomsten en treft bepaalde voorzieningen, die erop zijn gericht de kredietwaardigheid van het SPV te vergroten. Daarbij kan onder andere worden gedacht aan credit enhancement- en liquiditeitsfaciliteiten en allerhande hedgecontracten, zoals rente- en/of valutaswaps. Door toepassing van dergelijke financialsupport technieken worden krediet-, rente- en liquiditeitsrisico’s tot op zekere hoogte ondervangen en wordt de betaling van hoofdsom en rente op de ABS veilig gesteld. Zie over de ‘financial support’ van het SPV uitvoerig § III.4.