Einde inhoudsopgave
Cessie (O&R nr. 70) 2012/II.8.1
II.8.1 Inleiding
mr. M.H.E. Rongen, datum 01-10-2011
- Datum
01-10-2011
- Auteur
mr. M.H.E. Rongen
- JCDI
JCDI:ADS358757:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Algemeen
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Voetnoten
Voetnoten
Zie hierna: § II.10.
Afhankelijk van de vraag of de originator nog een (financiële) functie in de transactie vervult, kan dit anders zijn. Zie § III.3.5 in verband met het ‘counterparty risk’.
Een uitzondering geldt voor de zogenoemde ‘business trust’. Zie Standard & Poor’s, Structured Finance, Legal criteria for structured finance transactions, April 2002, p. 23; Gehring 1999, p. 47; Sargent 1995, p. 121-122 en Schwarcz 1993a, p. 22.
Zie ook: Fitch Ratings, Global Criteria Report, Criteria for special-purpose vehicles in structured finance transactions, June 2011; Standard & Poor’s, Structured Finance Ratings, European legal criteria 2005, New York 2005, p. 11 e.v. en p. 37 e.v.; Standard & Poor’s, Structured Finance, Legal criteria for U.S. structured finance transactions, October 2006, p. 39 e.v.; Standard & Poor’s, Structured Finance, U.S. CMBS legal and structured finance criteria, May 2003, p. 91 e.v. en Standard & Poor’s, Structured Finance, Legal criteria for structured finance transactions, April 2002, p. 19 e.v.
137. Belang van het vereiste. Een investering in ABS wordt uitsluitend terugbetaald met de opbrengsten die door de aan de ABS ten grondslag liggende activaportefeuille worden gegenereerd. De ABS dienen zo te worden gestructureerd dat de hoogte van de aan de ABS toe te kennen rating enkel afhankelijk is van de kredietkwaliteit van de onderliggende activa en de verschillende credit en liquidity enhancements.1 Het is in dit verband van belang dat de activa en de opbrengsten daarvan niet meer blootstaan aan verhaal door schuldeisers van de originator. Dit wordt in de regel bereikt door de activa af te zonderen in een SPV, zodat de investeerders in de ABS worden geïsoleerd van de commerciële en financiële risico’s die de originator in zijn bedrijfsvoering loopt en derhalve ook van diens faillissementsrisico. De kredietkwaliteit van de ABS is over het algemeen niet afhankelijk van de kredietwaardigheid (rating) van de originator.2
Daarvoor is niet alleen nodig dat er sprake is van een rechtsgeldige en onaantastbare vermogensafzondering (‘true sale’), maar ook dat er maatregelen worden getroffen die de mogelijkheid van een faillissement of een ontbinding van het SPV verkleinen, of die de nadelige gevolgen daarvan voor de investeerders tot een minimum beperken. Het SPV moet op een dusdanige wijze worden ingericht en de overeenkomsten die het SPV met derden sluit moeten op dusdanige voorwaarden worden aangegaan, dat de door de onderliggende activa gegenereerde gelden ongehinderd door een insolventieprocedure door het SPV kunnen vloeien. Kort gezegd: het SPV dient zoveel als mogelijk faillissementsbestendig of bankruptcy remote te zijn. Alleen als het SPV voldoende faillissementsbestendig is gemaakt, kunnen de rating agencies bij het vaststellen van de hoogte van de rating en de investeerders bij het nemen van hun investeringsbeslissing, hun aandacht primair richten op de kredietkwaliteit van de onderliggende activa en de kredietwaardigheid van de instellingen die zijn betrokken bij de ‘financial support’.
138. Overzicht van maatregelen. De meest effectieve wijze om te voorkomen dat het SPV in staat van faillissement geraakt, is door het SPV vorm te geven als een entiteit die niet is onderworpen aan de faillissementswetgeving. Naar Amerikaans recht geldt dit bijvoorbeeld voor de trust.3 Naar Nederlands recht bestaat deze mogelijkheid niet. Indien het SPV een rechtsvorm heeft die wel onderworpen is aan de faillissementswetgeving, dan dienen er bepaalde maatregelen te worden genomen die het risico van een faillietverklaring beperken en die de daaruit voortvloeiende nadelige gevolgen voor de investeerders in de ABS mitigeren. Indien het de bedoeling is dat er een rating aan de ABS wordt toegekend, dan zal het SPV aan bepaalde door de rating agencies geformuleerde criteria moeten voldoen, de zogeheten special purpose criteria. Een aantal van deze criteria wordt hieronder besproken.4 De maatregelen die kunnen worden genomen teneinde het SPV ‘bankruptcy remote’ te maken, zijn onder te verdelen in vijf categorieën:
maatregelen die erop zijn gericht het risico te beperken dat het SPV op verzoek van zijn schuldeisers failliet wordt verklaard;
maatregelen die erop zijn gericht het risico te beperken dat het SPV op eigen verzoek failliet wordt verklaard;
maatregelen die erop zijn gericht ongewenste zeggenschap in het SPV te voorkomen;
maatregelen ter bewaring van het vermogen van het SPV en ter versterking van de rechten van de investeerders in de ABS en
maatregelen ter beperking van het risico van een doorbraak van aansprakelijkheid.
In het hiernavolgende zullen deze categorieën van maatregelen worden besproken (§ 8.2 t/m § 8.6).