Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW
Einde inhoudsopgave
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/:Verhandeling
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/
Verhandeling
Documentgegevens:
A.J. van Doesum, datum 01-01-2009
- Datum
01-01-2009
- Auteur
A.J. van Doesum
- JCDI
JCDI:ADS370529:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
Europees belastingrecht / Algemeen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In dit model duid ik de kleinst denkbare eenheid (het kleinst denkbare subject) die (dat) zich in een (theoretische) maatschappij voor kan doen aan als “enkelvoudig subject”. Een enkelvoudig subject is een mogelijke bouwsteen voor een samenwerkingsverband. Het is een cel met één kern. Om begripsverwarring te voorkomen heeft het hier gebruikte begrip subject geen juridische en geen fiscale connotatie; het zou zowel een natuurlijk persoon, rechtspersoon of enig ander rechtssubject kunnen zijn. Een enkelvoudig subject kan ontstaan, wanneer twee of meer subjecten met elkaar samenwerken. Uit de samenwerking kan een nieuw, enkelvoudig subject geboren worden dat te onderscheiden is van de subjecten die met elkaar de samenwerking zijn aangegaan. Er ontstaat naast de (twee of meer) bestaande cellen een nieuwe cel met één kern. Een meervoudig subject daarentegen, ontstaat wanneer twee enkelvoudige subjecten met elkaar “versmelten”. Versmelting leidt ertoe dat ten minste één van de samenwerkende subjecten als zodanig ophoudt te bestaan. Er ontstaat één cel met twee kernen, die in de plaats komt van de (twee of meer) bestaande cellen. Het spreekt voor zich dat een natuurlijk persoon geen meervoudig subject kan zijn. Natuurlijke personen versmelten niet. Organisaties, zoals rechtspersonen en andere rechtssubjecten daarentegen kunnen door bijvoorbeeld een juridische fusie wel met elkaar versmelten. Organisaties kunnen derhalve onder omstandigheden meervoudige subjecten zijn (uit meerdere subjecten bestaan die samen een nieuw, daarvoor in de plaats tredend subject vormen).
Het hier beschreven model is gebaseerd op de verschillende niveaus van coördinatie. Hoewel samenwerking niet noodzakelijkerwijs beperkt is tot die tussen twee subjecten, ga ik in dit model uit van een samenwerking tussen twee enkelvoudige subjecten. De hier beschreven mechanismen doen zich evenwel ook voor bij samenwerkingsverbanden tussen meer dan twee partijen en / of tussen meervoudige subjecten.
Het vertrekpunt van dit model is het enkelvoudige subject dat (nog) geen samenwerking is aangegaan met een ander subject maar wel tot ruil met het andere subject is overgegaan (niveau nul, “transactional”). De transacties die zij over en weer verrichten, vinden plaats buiten het kader van enige samenwerking. In het eerste niveau van samenwerking (niveau 1, “contractual”) vindt een basale afstemming van gedrag op elkaar plaats. Er ontstaat een duurzame relatie tussen beide subjecten. De transacties die zij over en weer verrichten, zijn op zichzelf echter niet anders van aard dan in het niveau nul. Het tweede niveau (“relational”) bevat de samenwerkingsverbanden waarbij de samenwerking zich uitstrekt tot bedrijfskritische activiteiten. Kenmerkend voor het derde niveau (“integrated”) is dat partijen zo naar elkaar toegegroeid zijn dat de handelingen die zij over en weer verrichten niet meer waarneembaar zijn (niveau 3a, concentratie) of zelfs als interne handelingen van het samenwerkingsverband moeten worden aangemerkt (niveau 3b, combinatie). In de volgende paragrafen ga ik nader op de verschillende niveaus van samenwerking in.
Figuur 1. Verschillende niveaus van contractuele samenwerking