Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW
Einde inhoudsopgave
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/8.6.1:8.6.1 Thompson: interdependency
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/8.6.1
8.6.1 Thompson: interdependency
Documentgegevens:
A.J. van Doesum, datum 01-01-2009
- Datum
01-01-2009
- Auteur
A.J. van Doesum
- JCDI
JCDI:ADS365685:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
Europees belastingrecht / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
J.D. Thompson, Organizations in Action, Social Science Base of Administrative Theory, McGrawHill, New York, 1967, blz. 55: 'all organizations have pooled interdependence; more complicated organizations have sequential as well as pooled; and the most complex have reciprocal, sequential, and pooled'.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Thompson onderscheidt drie (cumulatieve) niveaus van interdependency (taakafhankelijkheid): pooled interdependency, sequential interdependency en reciprocal interdependency.1 Pooled interdependency is het niveau aan het ene uiterste van het spectrum. Het ziet op een interdependency van partijen waarbij de minste coördinatie van activiteiten nodig is. Sequential interdepency ligt tussen pooled en reciprocal interdependency in. Er bestaat een verdergaande mate van coördinatie van activiteiten. Reciprocal interdependency is het andere uiterste van het spectrum. Bij dit niveau van interdependency is zoveel coördinatie nodig, dat de betrokken partijen niet of nauwelijks meer van elkaar te onderscheiden zijn.
In het geval van pooled interdependency functioneren de betrokken partijen onafhankelijk van elkaar. Toch hebben partijen een gezamenlijk doel voor ogen. Dit kan tot uitdrukking komen doordat zij afspraken maken over hoe zij (ieder voor zichzelf) de markt zullen benaderen (afspraken over afzetgebieden, te hanteren prijzen, etc.), of doordat zij afspreken opbrengsten/winsten en kosten/verliezen te delen, dan wel (het gebruik van) productiemiddelen met elkaar te delen. De partijen zijn en blijven evenwel onafhankelijke entiteiten, die ieder voor zich activiteiten ontplooien. Wanneer één van de partijen niet goed functioneert, heeft dit een weerslag op de ander.
Sequential interdependency houdt in dat de betrokken partijen naast het gegeven dat zij van dezelfde gemeenschappelijke middelen gebruik maken, in serie rechtstreeks jegens elkaar (zij het unilateraal) activiteiten verrichten. Er bestaat dan een band tussen partijen waarbij de één een activiteit jegens de ander verricht. De output van de één (leverancier, dienstverrichter), vormt de input van de ander (afnemer). Het omgekeerde is echter niet het geval. De afnemer wordt voor zijn productie afhankelijk van de leverancier. Het productieproces kan op die manier worden geoptimaliseerd, doordat partijen hun gedrag nauwkeurig afstemmen op elkaars productie. Door duurcontracten af te sluiten kunnen transactiekosten (waaronder contractkosten) worden gemitigeerd.
Reciprocal interdependency doet zich voor wanneer de één presteert aan de ander en de ander tevens presteert aan de één. Partijen verrichten bilateraal activiteiten jegens elkaar. Beide partijen treden in hun onderlinge verhouding op als leverancier / dienstverrichter én als afnemer op. De output van de één is dus de input van de ander, en tegelijkertijd is de output van de ander, de input van de één. Partijen zijn daardoor in hoge mate afhankelijk van elkaar. Wanneer één van de partijen niet goed functioneert, hapert de productie van de ander.