Einde inhoudsopgave
RvdW 2011/512
Opsporingsbevoegdheid verkeersassistenten?
HR 05-04-2011, ECLI:NL:HR:2011:BO6693
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 april 2011
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink, H.A.G. Splinter-van Kan, M.A. Loth
- Zaaknummer
09/00933
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BO6693
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BO6693, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑04‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BO6693, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑11‑2010
- Wetingang
WvSvart. 142; Politiewet 1993 art. 3 lid 1; Bbo art. 1 lid 1, 2, 3, 4, 12, 18, 19, 20, 22, 35; Besluit van de Minister van Justitie van 9 april 2003, kenmerk 5220453/503/CBK, strekkende tot aanwijzing van buitengewoon opsporingsambtenaren van politie bij het regionale politiekorps Noord-Holland Noord (Stcrt. 11 april 2003, nr. 72) art. 2 en 3; Besluit van de Minister van Justitie van 7 december 2004, nr. 5324238/504/CBK, strekkende tot aanwijzing van de medewerkers verkeershandhaving van de regionale politiekorpsen tot buitengewoon opsporingsambtenaar (Stcrt. 14 december 2004, nr. 241) art. 2 lid 1, 3lid 1 sub e
Essentie
Voor opsporingsbevoegdheid van verkeersassistenten ten aanzien van ingevolge art. 20 sub a RVV 1990 strafbaar gestelde gedragingen is niet voldoende dat zij als buitengewoon opsporingsambtenaar zijn aangewezen. Vereist is dat in de akte van hun beëdiging is vastgelegd dat deze buitengewoon opsporingsambtenaren ter zake van ingevolge het RVV 1990 strafbaar gestelde gedragingen opsporingsbevoegdheid bezitten.
Samenvatting
Verkeersassistenten in dienst van het politiekorps Noord-Holland Noord zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar en als zodanig bevoegd tot opsporing van ingevolge art. 20 sub a RVV 1990 strafbaar gestelde gedragingen, mits zij op dat moment beschikken over een geldige ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.