Einde inhoudsopgave
Internationaal Verdrag ter bestrijding van daden van nucleair terrorisme
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 07-07-2007
- Bronpublicatie:
13-04-2005, Trb. 2007, 205 (uitgifte: 01-11-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
07-07-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-11-2007, Trb. 2007, 205 (uitgifte: 01-11-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Energie
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
Energierecht (V)
1.
Niets in dit Verdrag tast op enige wijze andere rechten, verplichtingen en verantwoordelijkheden aan van Staten en personen op grond van het internationaal recht, met name de doelstellingen en beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties en het internationaal humanitair recht.
2.
De handelingen van strijdkrachten tijdens een gewapend conflict als gedefinieerd in en onderworpen aan het internationaal humanitair recht vallen niet onder dit Verdrag, evenmin als de handelingen ondernomen door de strijdkrachten van een Staat bij de uitoefening van hun officiële taken, voorzover onderworpen aan andere bepalingen van internationaal recht.
3.
De bepalingen van het tweede lid van dit artikel mogen niet zodanig worden uitgelegd dat anderszins wederrechtelijke gedragingen worden gebillijkt of gewettigd of dat vervolging op grond van andere wetten wordt belet.
4.
Dit Verdrag is niet van toepassing op en kan evenmin worden uitgelegd als zou het van toepassing zijn op, de kwestie van de rechtmatigheid van het gebruik of de dreiging met het gebruik van kernwapens door Staten.