Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/598
Wet Bopz. Machtiging voortgezet verblijf. Geneeskundige verklaring; vereiste van ‘objective medical expertise’; is psychiater ‘medical expert’ ook in geval van stoornis als gevolg verstandelijke handicap of psychogeriatrische aandoening?
HR 04-05-2018, ECLI:NL:HR:2018:682
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 mei 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/00546
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:682, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑05‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:428, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑03‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑02‑2018
- Wetingang
Essentie
Wet Bopz. Machtiging voortgezet verblijf. Geneeskundige verklaring; vereiste van ‘objective medical expertise’; is psychiater ‘medical expert’ ook in geval van stoornis als gevolg verstandelijke handicap of psychogeriatrische aandoening?
Het in art. 16 lid 2 Wet Bopz jo. art. 5 lid 1 tweede volzin Wet Bopz bedoelde onderzoek mag door een psychiater worden verricht in alle gevallen waarin sprake is van een stoornis van de geestvermogens, ook als die stoornis het gevolg is van een verstandelijke handicap of van een psychogeriatrische aandoening. Met de Wet van 4 december 2013, Stb. 2013, 560, is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.