De dwangsom in het burgerlijk recht
Einde inhoudsopgave
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/14.3.5:14.3.5 Geen uitvoerbaarverklaring bij voorraad vereist
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/14.3.5
14.3.5 Geen uitvoerbaarverklaring bij voorraad vereist
Documentgegevens:
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem, datum 19-12-2006
- Datum
19-12-2006
- Auteur
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem
- JCDI
JCDI:ADS379195:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
HR 28 september 1984, NJ 1985, 83(Staat/B.), m.nt. Heemskerk.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Naar mijn mening is uitvoerbaarverklaring bij voorraad in het hier besproken geval geen voorwaarde om directe werking van het bodemvonnis aan te nemen. Aan hetgeen de Hoge Raad heeft bepaald ten aanzien van de directe werking van de vernietiging, in het arrest Staat/B.,1 kunnen ook in dit verband belangrijke argumenten worden ontleend. De casus die tot dit arrest aanleiding gaf, besprak ik al in par. 133.1. Voor een goed begrip breng ik deze, voor zover hier relevant, kort in herinnering.
In eerste aanleg was de Staat in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad, verboden tot uitzetting over te gaan van B. In hoger beroep werd deze kortgedingveroordeling vernietigd, het vernietigende arrest werd niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard. In cassatie vorderde de Staat alsnog een incidentele uitvoerbaar bij voorraad verklaring van het arrest, maar kreeg deze niet. De Staat werd in zijn incidentele vordering tot uitvoerbaar bij voorraadverklaring niet ontvangen: naar het oordeel van de Hoge Raad kwam de uitspraak van het hof, waarbij het verbod werd vernietigd en de voorziening werd geweigerd, naar zijn aard niet voor enige vorm van tenuitvoerlegging in aanmerking. Daaraan bestond echter volgens de Hoge Raad ook geen behoefte, omdat het kortgedingverbod - behoudens vernietiging van de appelbeslissing - zijn werking had verloren. De vernietiging werkte aldus naar het oordeel van de Hoge Raad direct, vanaf de dag van de uitspraak. Daaraan deed ook niet af dat de kortgedingveroordeling wel uitvoerbaar bij voorraad was verklaard: uitvoerbaarverklaring bij voorraad strekt er slechts toe te waarborgen dat tenuitvoerlegging mogelijk blijft ondanks een tegen de uitspraak ingesteld rechtsmiddel. Wordt de uitspraak vervolgens vernietigd, dan ontstaat een nieuwe situatie, waarvoor een op die situatie afgestemde voorlopige voorziening kan worden gevraagd.