Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/338
Art. 81 lid 1 RO. Rechtspersonenrecht. Kerkrecht. Art. 2:2 BW. Geschil over vraag of rechtspersoon stichting is naar burgerlijk recht of zelfstandig onderdeel van kerkgenootschap en over benoeming van bestuurders. Klachten over gebruikte maatstaf bij beoordeling of sprake is van zelfstandig onderdeel van kerkgenootschap. Uitleg statuten.
HR 25-03-2022, ECLI:NL:HR:2022:458
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
25 maart 2022
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, F.J.P. Lock, S.J. Schaafsma
- Zaaknummer
20/03077
- Conclusie
A-G mr. B.F. Assink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:458, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑03‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1039, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑11‑2021
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Rechtspersonenrecht. Kerkrecht. Art. 2:2 BW. Geschil over vraag of rechtspersoon stichting is naar burgerlijk recht of zelfstandig onderdeel van kerkgenootschap en over benoeming van bestuurders. Klachten over gebruikte maatstaf bij beoordeling of sprake is van zelfstandig onderdeel van kerkgenootschap. Uitleg statuten.
Partij(en)
- 1.
Stichting Het Roomsch Catholijk Maagdenhuis, te Amsterdam,
- 2.
[eiser 2],
- 3.
[eiser 3],
- 4.
[eiser 4],
eisers tot cassatie, hierna gezamenlijk: het Maagdenhuis c.s., adv.: mr. W.H. van Hemel,
tegen
Bisdom Haarlem-Amsterdam, te Vogelenzang, gemeente Bloemendaal, verweerder in cassatie, adv.: mr. A. Knigge.