Einde inhoudsopgave
RvdW 2010, 189
Bestuurdersaanprakelijkheid voor onbetaald gebleven factuur na faillissement vennootschap; wist bestuurder bij geven opdracht of behoorde hij redelijkerwijze te begrijpen, dat de vennootschap niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen? Cassatieberoep verworpen met toepassing van art. 81 RO. Blinderen verweerder en Van Huet Bouwonderneming BV (Van Huet Bouwonderneming).
HR 22-01-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK5987
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 januari 2010
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
08/02279
- Conclusie
A-G Timmerman
- LJN
BK5987
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
Recht algemeen (V)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK5987, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑01‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK5987, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑12‑2009
Essentie
Bestuurdersaanprakelijkheid voor onbetaald gebleven factuur na faillissement vennootschap; wist bestuurder bij geven opdracht of behoorde hij redelijkerwijze te begrijpen, dat de vennootschap niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen? Cassatieberoep verworpen met toepassing van art. 81 RO. Blinderen verweerder en Van Huet Bouwonderneming BV (Van Huet Bouwonderneming).
Partij(en)
[Eiseres], te [vestigingsplaats], eiseres tot cassatie, adv.: mr. J.J.M. van Lint,
tegen
[Verweerder], te [woonplaats], verweerder in cassatie, adv.: mr. P.S. Kamminga.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
[Eiseres] heeft bij exploot van 12 juli 2006 [verweerder] gedagvaard voor de rechtbank Zutphen en, na ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.