Einde inhoudsopgave
RvdW 2010, 195
Ambtshalve toevoeging. A-G: Art. 489 lid 1 sub a en sub b geldt niet alleen voor strafzaken waarvan de kantonrechter kennis neemt. HR: art. 81 RO. Strafprocesrecht (art. 489 Sv).
HR 19-01-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK4171
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 januari 2010
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, M.A. Loth
- Zaaknummer
08/00540 J
- Conclusie
A-G Vegter
- LJN
BK4171
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK4171, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑01‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK4171, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑11‑2009
Essentie
Ambtshalve toevoeging. A-G: Art. 489 lid 1 sub a en sub b geldt niet alleen voor strafzaken waarvan de kantonrechter kennis neemt. HR: art. 81 RO. Strafprocesrecht (art. 489 Sv).
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Hertogenbosch van 28 januari 2008, nummer 20/002453-07, in de strafzaak tegen: [Verdachte]. Adv. Mr. Oudijk, te Venlo.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J.C. Oudijk, advocaat te Venlo, bij schriftuur middelen van cassatie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.