Einde inhoudsopgave
Richtsnoeren 2013/C 25/01 voor de toepassing van de staatssteunregels in het kader van de snelle uitrol van breedbandnetwerken
3.4 Vormgeving van de maatregel en de noodzaak concurrentievervalsing te beperken
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2014
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
27-06-2014, PbEU 2014, C 198 (uitgifte: 27-06-2014, regelingnummer: 2014/C 198/02)
- Inwerkingtreding
01-07-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-06-2014, PbEU 2014, C 198 (uitgifte: 27-06-2014, regelingnummer: 2014/C 198/02)
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
Staatssteun (V)
Informatierecht / ICT
(78)
Elke overheidsmaatregel ter ondersteuning van de uitrol van breedband moet voldoen aan alle in onderdeel 2.5 beschreven verenigbaarheidsbeginselen, zoals de doelstelling van gemeenschappelijk belang, het bestaan van marktfalen, en de geschiktheid en het stimulerend effect van de maatregel. Wat het beperken van de mededingingsvervalsing betreft, moet niet alleen worden aangetoond op welke wijze een ‘sprongsgewijze verandering’ in alle gevallen (in witte, grijze en zwarte gebieden) wordt bewerkstelligd (1), maar moet ook aan de volgende dwingende voorwaarden worden voldaan om de evenredigheid van de maatregel aan te tonen. Indien aan een van die voorwaarden niet is voldaan, moet er hoogstwaarschijnlijk een nadere beoordeling (2) worden verricht, die tot de conclusie zou kunnen leiden dat de steun niet verenigbaar is met de interne markt.
- a)
Gedetailleerd in kaart brengen en analyse van de dekking: De lidstaten moeten duidelijk aangeven welke geografische gebieden door de betrokken steunmaatregel zullen worden bestreken (3), waar mogelijk in samenwerking met de bevoegde nationale organen, zoals de NRI's. Raadpleging van NRI's wordt aangemoedigd, maar is facultatief. Voorbeelden van goede praktijken pleiten voor het creëren van een centrale databank met betrekking tot de beschikbare infrastructuur op nationaal niveau, waardoor de transparantie wordt vergroot en de kosten van de uitvoering van kleinere, lokale projecten worden verminderd. De lidstaten hebben de vrijheid om doelgebieden vast te stellen, maar zij worden aangemoedigd om bij de vaststelling van de relevante regio's rekening te houden met economische omstandigheden, alvorens de inschrijvingsprocedure te starten (4).
- b)
Openbare raadpleging: De lidstaten moeten aan de voornaamste kenmerken van de maatregel en aan de lijst van doelgebieden passende publiciteit geven door de relevante informatie over het project te publiceren en uit te nodigen tot het indienen van opmerkingen. Een publicatie op een centrale webpagina op nationaal niveau zou in beginsel ervoor zorgen dat dergelijke informatie voor alle belanghebbenden beschikbaar wordt gemaakt. Door de resultaten van het in kaart brengen ook te controleren door middel van een openbare raadpleging beperken de lidstaten vervalsing van de mededinging met de bestaande exploitanten en met partijen die reeds investeringen in de nabije toekomst hebben gepland, tot een minimum en stellen zij deze investeerders in de gelegenheid hun activiteiten te plannen (5). Met een gedetailleerde kaart en een grondige overlegprocedure wordt niet alleen voor een hoge mate van transparantie gezorgd, maar is er ook een essentieel instrument voorhanden om te bepalen of een gebied ‘wit’, ‘grijs’ of ‘zwart’ is (6).
- c)
Concurrerende selectieprocedure: Wanneer de steunverlenende autoriteiten een derde-exploitant selecteren om de gesubsidieerde infrastructuur uit te rollen en te exploiteren (7), dan verloopt die selectieprocedure in overeenstemming met de geest en de beginselen van de EU-richtlijnen inzake overheidsopdrachten (8). Daarmee wordt transparantie gegarandeerd voor alle investeerders die willen inschrijven voor de uitvoering en/of het beheer van het gesubsidieerde project. Een gelijke en niet-discriminerende behandeling van alle inschrijvers en objectieve beoordelingscriteria zijn een conditio sine qua non. De concurrerende inschrijving is een methode om de begrotingskosten te verminderen, de eventuele daarmee gemoeide staatssteun tot een minimum te beperken en tegelijkertijd de selectieve aard van de steunmaatregel te reduceren, aangezien vooraf niet bekend is welke inschrijver zal worden gekozen (9). De lidstaten moeten zorgen voor een transparant verlopende procedure (10) en een concurrerend resultaat (100) en moeten een speciale centrale website gebruiken op nationaal niveau om alle lopende inschrijvingsprocedures inzake steunmaatregelen op het gebied van breedband te publiceren (11).
- d)
Economisch meest voordelige offerte: In het kader van een concurrerende inschrijvingsprocedure dient de steunverlenende autoriteit kwalitatieve gunningscriteria vast te stellen aan de hand waaraan de ingediende offertes worden beoordeeld. Relevante gunningscriteria zijn bijvoorbeeld de gerealiseerde geografische dekking (12), de duurzaamheid van de technologische aanpak of de effecten van de voorgestelde oplossing voor de mededinging (13). Dergelijke kwalitatieve criteria moeten worden afgewogen tegen het gevraagde steunbedrag. Teneinde het toe te kennen steunbedrag te beperken, moet in beginsel de inschrijver die het laagste steunbedrag vraagt onder gelijke of zelfs identieke kwalitatieve voorwaarden, meer prioriteitspunten krijgen bij de eindbeoordeling van zijn bod. De aanbestedende dienst dient altijd vooraf het relatieve gewicht aan te geven dat hij aan elke van de gekozen (kwalitatieve) criteria toekent.
- e)
Technologische neutraliteit: Omdat er verschillende technologische oplossingen bestaan om breedbanddiensten aan te bieden, mag bij de inschrijving geen specifieke technologie of specifiek netwerkplatform de voorkeur krijgen of worden uitgesloten. Inschrijvers moeten het recht hebben om voor het leveren van de gevraagde breedbanddiensten de technologie of de combinatie van technologieën voor te stellen die zij het meest geschikt achten. Vervolgens is de steunverlenende autoriteit gerechtigd om op basis van objectieve inschrijvingscriteria de meeste geschikte technologische oplossing of combinatie van technologische oplossingen te kiezen. In beginsel kan universele dekking van grote doelgebieden met een combinatie van technologieën worden bereikt.
- f)
Gebruik van bestaande infrastructuur: Aangezien de mogelijkheid bestaande infrastructuur opnieuw te gebruiken een van de voornaamste factoren is die de kosten van uitrol van breedband bepalen, moeten de lidstaten de inschrijvers aanmoedigen om gebruik te maken van alle beschikbare bestaande infrastructuur, teneinde onnodige verspilling van middelen te voorkomen en het bedrag aan overheidsfinanciering te verminderen. Elke exploitant die infrastructuur in het steungebied in eigendom heeft of daar zeggenschap over uitoefent (ongeacht of deze infrastructuur daadwerkelijk wordt gebruikt) en die aan de inschrijvingsprocedure wil deelnemen, moet aan de volgende voorwaarden voldoen: i) hij moet de steunverlenende autoriteit en de toezichthouder tijdens de openbare raadpleging over die infrastructuur informeren; ii) hij moet aan andere inschrijvers alle relevante informatie op een dusdanig tijdstip verschaffen dat deze inschrijvers die infrastructuur nog in hun inschrijving kunnen opnemen. De lidstaten moeten een landelijke databank opzetten inzake de beschikbaarheid van bestaande infrastructuur die voor de uitrol van breedband hergebruikt zou kunnen worden.
- g)
Wholesaletoegang: Werkelijke wholesaletoegang voor derden tot gesubsidieerde breedbandinfrastructuur is een noodzakelijk onderdeel van elke overheidsmaatregel ter ondersteuning van breedband. Dankzij wholesaletoegang kunnen derden-exploitanten concurreren met de geselecteerde inschrijver (wanneer die ook op retailniveau actief is), hetgeen de keuze en de concurrentie in de betrokken gebieden versterkt terwijl tegelijkertijd wordt voorkomen dat er regionale dienstenmonopolies ontstaan. Deze voorwaarde, die alleen van toepassing is op begunstigden van staatssteun, hangt niet af van een voorafgaande marktanalyse in de zin van artikel 7 van de kaderrichtlijn (14). Het soort verplichtingen inzake wholesaletoegang waaraan een gesubsidieerd netwerk moet voldoen, moet in overeenstemming worden gebracht met de portefeuille van op grond van de sectorale regulering vastgestelde verplichtingen toegang te verlenen (15). Gesubsidieerde ondernemingen dienen in beginsel een ruimer assortiment wholesaletoegangsproducten aan te bieden dan van exploitanten met aanzienlijke marktmacht krachtens sectorale regulering door NRI's wordt geëist (16), aangezien de begunstigde van de steun niet slechts zijn eigen middelen gebruikt om zijn eigen infrastructuur uit te rollen, maar ook geld van de belastingbetaler (17). Dergelijke wholesaletoegang moet zo vroeg mogelijk vóór de aanvang van de netwerkexploitatie worden verleend (18).
Daadwerkelijke wholesaletoegang tot de gesubsidieerde infrastructuur (19) moet voor ten minste zeven jaar worden aangeboden. Indien de NRI aan het einde van de termijn van zeven jaar op grond van het toepasselijke reguleringskader vaststelt dat de exploitant van de betrokken infrastructuur aanzienlijke marktmacht bezit op de specifieke betrokken markt, zouden verplichtingen inzake toegang moeten worden opgelegd overeenkomstig het reguleringskader voor elektronische communicatie. NRI's of andere bevoegde nationale instanties worden aangemoedigd om richtsnoeren te publiceren voor steunverlenende autoriteiten inzake de beginselen voor het vaststellen van voorwaarden en tarieven voor wholesaletoegang. Om een daadwerkelijke toegang ook mogelijk te maken, zullen dezelfde toegangsvoorwaarden op het gehele gesubsidieerde netwerk van toepassing zijn, inclusief delen van het netwerk waar bestaande infrastructuur is gebruikt (20). De verplichting toegang te verlenen zal ongeacht een verandering van eigenaar, management of exploitatie van de gesubsidieerde infrastructuur worden afgedwongen.
- h)
Tariefstelling inzake wholesaletoegang: Benchmarking is een belangrijk instrument om te garanderen dat de toegekende steun zal dienen om marktvoorwaarden tot stand te brengen als die welke bestaan op andere concurrerende breedbandmarkten. Wholesaletoegangstarieven moeten worden gebaseerd op de door de NRI vastgestelde beginselen inzake tariefbepaling en op benchmarks en moeten rekening houden met de door netwerkexploitant ontvangen steun (21). Voor de benchmark wordt uitgegaan van de gemiddelde gepubliceerde wholesaletarieven die van toepassing zijn in andere vergelijkbare, meer concurrerende gebieden van het land of de Unie of, wanneer dergelijke tarieven niet zijn gepubliceerd, tarieven die reeds voor de betrokken markten en diensten door de NRI zijn vastgesteld of goedgekeurd. Wanneer er voor bepaalde wholesaletoegangsproducten geen gepubliceerde of gereguleerde tarieven beschikbaar zijn die als benchmark kunnen dienen, moet de tariefbepaling de beginselen van kostenoriëntatie volgen, in overeenstemming met de op grond van het sectorale reguleringskader vastgestelde methode (22). Omdat de benchmarking van wholesaletoegangstarieven ingewikkeld is, worden de lidstaten aangemoedigd om de NRI een mandaat te verlenen en van het nodige personeel te voorzien om de steunverlenende autoriteiten over dergelijke zaken te kunnen adviseren. Een nadere beschrijving van het steunvoornemen dient ten minste twee maanden vóór de aanmelding aan de NRI te worden toegezonden zodat deze over een redelijke termijn beschikt om zijn advies uit te brengen. Wanneer de NRI dit soort bevoegdheid heeft verkregen, dient de steunverlenende autoriteit bij de NRI advies in te winnen bij de vaststelling van de wholesaletoegangstarieven en -voorwaarden. De benchmarkcriteria moeten duidelijk in de inschrijvingsdocumenten worden aangegeven.
- i)
Monitoring en terugvorderingsmechanisme: De steunverlenende autoriteiten moeten nauwlettend toezicht houden op de uitvoering van het breedbandproject gedurende de gehele duur daarvan. Wanneer de exploitant wordt geselecteerd op basis van een concurrerende aanbestedingsprocedure, is het gewoonlijk minder noodzakelijk om nadien de ontwikkeling van de winstgevendheid van het project te monitoren. Het kan in veel gevallen beter zijn om het steunbedrag vooraf vast te stellen, teneinde het over een bepaalde periode verwachte financieringstekort aan te vullen, dan om het steunbedrag vast te stellen op basis van de kosten en opbrengsten wanneer die zich voordoen. In het eerste model zijn er doorgaans meer prikkels voor de onderneming om de kosten te beheersen en geleidelijk efficiënter te worden. Wanneer echter de toekomstige ontwikkeling van kosten en opbrengsten door een hoge mate van onzekerheid is omgeven en er sprake is van grote informatieasymmetrie, kan het zijn dat de betrokken overheidsinstantie financieringsmodellen wil invoeren die niet volledig vooraf vastliggen, maar die veeleer een mix zijn van vooraf en achteraf vastgestelde elementen (bijv. door het gebruik van terugvordering, met het oog op een evenwichtige verdeling van onverwachte opbrengsten). Om kleinschalige, lokale projecten niet onevenredig te belasten, is het wellicht gerechtvaardigd een minimumdrempel vast te stellen voor het terugvorderingsmechanisme. Bijgevolg zouden de lidstaten het terugvorderingsmechanisme moeten toepassen wanneer het met het project gemoeide steunbedrag ten minste 10 miljoen EUR beloopt (23). Steunverlenende autoriteiten kunnen bepalen dat alle extra winst die van de geselecteerde inschrijver wordt teruggevorderd, kan worden benut voor verdere uitbreiding van breedbandnetwerken binnen de overkoepelende regeling en tegen dezelfde voorwaarden als voor de oorspronkelijke steunmaatregel golden. Wanneer de geselecteerde inschrijver wordt verplicht een gescheiden boekhouding te voeren met betrekking tot de ontvangen subsidie, zal het voor de steunverlenende autoriteiten eenvoudiger zijn om de uitvoering van de regeling en de gegenereerde extra winst te monitoren (24).
- j)
Transparantie: De lidstaten moeten zorgen voor de bekendmaking van de volgende informatie op een uitgebreide staatssteunwebsite, op nationaal of regionaal niveau:
- —
de volledige tekst van de goedgekeurde steunregeling of de subsidiebeschikking voor individuele steun en de uitvoeringsbepalingen ervan, of een link daarnaar;
- —
de identiteit van de steunverlenende autoriteit of autoriteiten;
- —
de identiteit van de individuele begunstigden, de vorm en het bedrag van de steun voor elke begunstigde, de datum waarop de steun is toegekend, het soort onderneming (kmo of grote onderneming), de regio waar de begunstigde onderneming is gevestigd (op NUTS 2-niveau), en de voornaamste economische sector waarin de begunstigde actief is (op NACE-groepsniveau) (25).
Van dat vereiste kan ontheffing worden verleend ten aanzien van individuele steunverleningen van minder dan 500 000 EUR. Voor regelingen in de vorm van belastingvoordelen kan de informatie over individuele steunbedragen (26) worden meegedeeld in de volgende tranches (in miljoen EUR): [0,5-1]; [1-2]; [2-5]; [5-10]; [10-30]; [30 en meer].
Dit soort informatie moet worden bekendgemaakt nadat de subsidiebeschikking is gegeven, moet ten minste tien jaar worden bewaard en moet zonder beperkingen beschikbaar zijn voor het brede publiek (27). Lidstaten zullen de bovengenoemde informatie pas vanaf 1 juli 2016 moeten bekendmaken (28).
De begunstigde van de steun is verplicht om partijen die daartoe gerechtigd zijn algehele en niet-discriminerende toegang te verschaffen tot informatie over zijn infrastructuur (met inbegrip van onder andere buizen, straatkasten en glasvezel) die op grond van een staatssteunmaatregel is uitgerold (29). Hierdoor zullen andere exploitanten eenvoudig kunnen vaststellen of toegang tot dergelijke infrastructuur mogelijk is, en dient alle relevante informatie over het breedbandnetwerk te worden verstrekt aan een centraal register van breedbandinfrastructuur wanneer binnen de lidstaat zo een databank bestaat, en/of aan de NRI.
- k)
Verslaglegging: Vanaf de datum waarop het netwerk in gebruik wordt genomen en gedurende de looptijd van de steunmaatregel dient de steunverlenende autoriteit om de twee jaar belangrijke informatie over het steunvoornemen aan de Europese Commissie te verstrekken (30). In het geval van landelijke of regionale overkoepelende regelingen moeten de nationale of regionale autoriteiten de informatie over de individuele maatregelen consolideren en aan de Europese Commissie meedelen. Wanneer de Commissie op grond van deze richtsnoeren een besluit vaststelt, kan zij met betrekking tot de toegekende steun aanvullende verslaglegging eisen.
Voetnoten
Zie punt 51.
De nadere beoordeling zou ertoe kunnen leiden dat de procedure van artikel 108, lid 2, VWEU moet worden ingeleid.
Dit in kaart brengen moet plaatsvinden op basis van langs een bepaalde netwerkinfrastructuur gelegen huizen en niet op basis van het feitelijke aantal huizen of klanten dat als abonnee is aangesloten.
Doelgebieden die te klein zijn, bieden marktspelers bijvoorbeeld misschien te weinig economische prikkels om in te schrijven voor de steunmaatregel terwijl gebieden die te groot zijn het concurrerend resultaat van het selectieproces zouden kunnen verminderen. Diverse selectieprocedures maken het ook mogelijk dat verschillende potentiële ondernemingen staatssteun genieten zodat voorkomen wordt dat het marktaandeel van één (al dominante) exploitant door de staatssteunmaatregelen verder wordt versterkt, doordat grote marktdeelnemers worden begunstigd of technologieën die vooral in kleinere steungebieden concurrerend zouden zijn, worden ontmoedigd.
Indien kan worden aangetoond dat de bestaande exploitanten de overheid geen informatie hebben bezorgd die relevant is met het oog op het in kaart brengen van de dekking, moet die overheid noodgedwongen terugvallen op de informatie die haar ter beschikking is gesteld.
Zie bijv. het besluit van de Commissie betreffende steunmaatregel N 266/08 — Duitsland, Breitbanderschließung in ländlichen Gebieten Bayerns.
De situatie is anders wanneer een overheidsinstantie besluit om zelf (of via een entiteit die volledig in handen van de overheid is) het netwerk uit te rollen en te beheren, zoals in het geval van de besluiten van de Commissie betreffende steunmaatregel N 330/10 — Frankrijk, Programme national Très Haut Débit, en betreffende steunmaatregel SA.33807 (11/N) — Italië — Nationaal breedbandprogramma. In dat geval is het zo dat, om de resultaten van de mededinging die sedert de liberalisering van de elektronische-communicatiesector in de Unie tot stand zijn gebracht, en voornamelijk de mededinging die vandaag op de retailmarkt voor breedband bestaat, te verzekeren, in het geval van een door de overheid beheerd, gesubsidieerd netwerk: 1) de exploitanten van het publieke netwerk hun activiteit dienen te beperken tot van tevoren bepaalde doelgebieden en niet zullen uitbreiden naar andere commercieel aantrekkelijke regio's; 2) de overheidsinstantie haar activiteit dient te beperken tot de instandhouding van de passieve infrastructuur en het verlenen van toegang daartoe, maar op retailniveau niet mag gaan concurreren met commerciële exploitanten, en 3) de overheidsinstantie een boekhoudkundige scheiding dient te hanteren tussen de financiële middelen die worden gebruikt voor de exploitatie van de netwerken en de andere financiële middelen die ter beschikking van de overheidsinstantie staan.
Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten, PB L 134 van 30.4.2004, blz. 114.
Zie bijv. besluit van de Commissie betreffende steunmaatregel N 475/07 — Ierland — National Broadband Scheme (NBS), Besluit betreffende steunmaatregel N 157/06 — Verenigd Koninkrijk — South Yorkshire Digital region Broadband Project.
Wanneer het voorwerp van dit soort concurrerende selectieprocedure een overheidsopdracht is waarop de EU-richtlijnen inzake overheidsopdrachten (Richtlijn 2004/17/EG of 2004/18/EG) van toepassing zijn, moet de aankondiging van de opdracht in het EU-Publicatieblad worden gepubliceerd om mededinging op Europese schaal te verzekeren, in overeenstemming met de voorschriften van deze richtlijnen. In alle andere gevallen moet de informatie over de inschrijving ten minste nationaal bekend worden gemaakt.
Indien een concurrerende selectieprocedure onvoldoende inschrijvers oplevert, kan de kostenberekening die door de winnende inschrijver is gemaakt voor onderzoek aan een externe accountant worden voorgelegd.
Indien het om technische redenen niet mogelijk is een nationale website op te zetten, moeten regionale websites worden gecreëerd. Deze regionale websites moeten onderling verbonden zijn.
In de zin van het geografisch gebied zoals dat is vastgesteld in de oproep tot deelneming aan de concurrerende selectieprocedure.
Zo zouden bijvoorbeeld netwerktopologieën die volledige en daadwerkelijke ontbundeling mogelijk maken, meer punten kunnen krijgen. Opgemerkt zij dat in dit stadium van de marktontwikkeling een point-to-point-topologie bevordelijker is voor mededing op lange termijn dan point-to-multipoint-topologie, terwijl de uitrolkosten met name in stedelijke gebieden vergelijkbaar zijn. Point-to-multipoint-netwerken zullen pas volledige en daadwerkelijke ontbundeling kunnen bieden wanneer WDM-PON (Wavelength-Division-Multiplexed Passive Optical Network) toegang krachtens het toepasselijke reguleringskader eenmaal is gestandaardiseerd en wordt voorgeschreven.
Wanneer de lidstaten voorts opteren voor een beheersmodel waarbij de gesubsidieerde breedbandinfrastructuur alleen wholesaletoegangsdiensten aan derden aanbiedt en geen retaildiensten, wordt de mogelijke vervalsing van de mededinging bovendien verder beperkt, aangezien dit soort model voor het beheer van een netwerk helpt om mogelijk complexe kwesties in verband met margin-squeeze en verborgen vormen van toegangsdiscriminatie te voorkomen. Zie bijv. het besluit van de Commissie betreffende steunmaatregel SA.30317 — Portugal — Banda larga de alta velocidade em Portugal.
Wanneer de staatssteunmaatregel ziet op de financiering van nieuwe passieve-infrastructuurelementen als leidingen of masten, moet ook daartoe toegang worden verleend die van onbeperkte duur moet zijn. Zie bijv. de besluiten van de Commissie betreffende steunmaatregel N 53/10 — Duitsland — Rahmenregelung der Bundesregierung zur Bereitstellung von Leerrohren, betreffende steunmaatregel N 596/09 — Italië — Riduzione del divario digitale in Lombardia, betreffende steunmaatregel N 383/09 — Duitsland — Änderung der Regelung N 150/08 — Breitbandversorgung ländlicher Räume im Freistaat Sachsen, en betreffende steunmaatregel N 330/10 — Frankrijk — Programme national Très Haut Débit.
Voor NGA-netwerken moet bijvoorbeeld het referentiepunt de in de NGA-aanbeveling opgenomen lijst van toegangsproducten zijn.
Wanneer staatssteun wordt gegeven om de aanleg van buizen te financieren, moeten deze buizen groot genoeg zijn om voor verschillende kabelnetwerken te dienen en om zowel point-to-multipoint als point-to-point verbindingen te herbergen.
Wanneer de netwerkexploitant ook retaildiensten aanbiedt, houdt dit, overeenkomstig de NGA-aanbeveling, in het algemeen in dat ten minste zes maanden vóór met dergelijke retaildiensten wordt begonnen, toegang wordt verleend.
Daadwerkelijke wholesaletoegang tot de gesubsidieerde infrastructuur kan worden verleend via de in Bijlage II beschreven wholesaletoegangsproducten.
De gebruikmaking van wholesaletoegang door derden kan bijvoorbeeld niet worden beperkt tot retailbreedbanddiensten.
In hoeverre rekening wordt gehouden met het steunbedrag, hangt af van de concurrentiesituatie in het kader van de concurrerende selectieprocedure en in het betrokken gebied. De benchmark zou derhalve de bovengrens van het wholesaletarief zijn.
Om te voorkomen dat exploitanten hun kosten kunstmatig opdrijven, worden lidstaten aangemoedigd om overeenkomsten toe te passen die ondernemingen ertoe aanzetten hun kosten op termijn te verminderen. In tegenstelling tot een kostprijs-plus-overeenkomst zou een vaste-prijsovereenkomst de onderneming een prikkel geven om op termijn de kosten terug te dringen.
De terugvordering is niet noodzakelijk in geval van publieke ‘wholesale only’-infrastructuur die door de overheidsinstantie enkel wordt beheerd om alle exploitanten eerlijke en niet-discriminerende toegang te verschaffen wanneer aan de in voetnoot 96 gespecificeerde voorwaarden is voldaan.
Voorbeelden van goede praktijken pleiten voor monitoring en terugvordering gedurende ten minste zeven jaar en verdeling van alle extra winst (d.w.z. de winst die hoger is dan die welke in het businessplan is voorzien of dan het gebruikelijke rendement) tussen de begunstigde en de overheid overeenkomstig de steunintensiteit van de maatregel.
Met uitzondering van bedrijfsgevoelige en andere vertrouwelijke informatie, in goed onderbouwde gevallen en na toestemming van de Commissie; zie de Mededeling van de Commissie C(2003) 4582 van 1 december 2003 over geheimhouding bij beschikkingen inzake staatssteun (PB C 297 van 9.12.2003, blz. 6).
Het bekend te maken bedrag is het maximaal toegestane belastingvoordeel en niet het jaarlijks afgetrokken bedrag (bv.in het kader van belastingkredieten moet het maximaal toegestane belastingkrediet worden bekendgemaakt — en niet het daadwerkelijke bedrag, dat afhankelijk kan zijn van de belastbare inkomsten en dat van jaar tot jaar kan variëren).
Deze informatie moet worden bekendgemaakt binnen zes maanden vanaf de datum van steunverlening (of, in het gevalvan steun in de vorm van een belastingvoordeel, binnen één jaar vanaf de datum voor het indienen van de belasting aangifte). In het geval van onrechtmatige steun zullen lidstaten ervoor moeten zorgen dat deze informatie achteraf wordt bekendgemaakt, uiterlijk zes maanden vanaf de datum van het besluit van de Commissie. Deze informatie moetbeschikbaar worden gesteld in een standaard waarmee de gegevens kunnen worden doorzocht, opgehaald en gemak kelijk op internet kunnen worden bekendgemaakt, bv. in CSV- of XML-formaat.
Bekendmaking zal niet worden geëist worden voor informatie over steun toegekend vóór 1 juli 2016 en, in het geval van fiscale steun, voor steun aangevraagd of toegekend vóór 1 juli 2016.
Deze informatie moet regelmatig worden bijgewerkt (bijv. om de zes maanden) en wordt in non-proprietary formaat beschikbaar gesteld.
Deze informatie dient ten minste te omvatten: informatie over de geselecteerde offerte(s), het steunbedrag en de steunintensiteit van de maatregel, de datum waarop het netwerk in gebruik is genomen, de wholesaletoegangproducten, het aantal toegangsaanvragers en serviceproviders op het netwerk, het aantal verblijfseenheden dat op het netwerk is aangesloten (houses passed) en de benuttingspercentages.